Laad �w handset op door deze in het
basisstation te plaatsen. U hoort een
stationstoon (zie 'De stationstoon instellen' op
pagina 22) wanneer de handset goed op het
basisstation is geplaatst. Het LED�lampje aan de
achterzijde van de handset flitst één keer.
» De handset begint met opladen.
Opmerking
•
Laad de batterijen voorafgaand aan het eerste gebr�ik
8 ��r lang op.
•
Het is normaal dat de handset warm wordt tijdens het
opladen van de batterijen.
•
Na verloop van tijd neemt de capaciteit van batterijen
af. Dit is normaal bij batterijen.
De telefoon is n� klaar voor gebr�ik.
Het batterijniveau
controleren
Het batterijpictogram geeft het h�idige
batterijnivea� weer.
Wanneer de handset van het
basisstation is genomen, geven de
balkjes het batterijnivea� aan (vol,
halverwege en bijna leeg).
Het pictogram van een lege
batterij knippert. De batterij
is bijna leeg en moet worden
opgeladen.
Tijdens een telefoongesprek hoort �
waarsch�wingstonen wanneer de batterijen
bijna leeg zijn. Als de batterijen helemaal leeg
zijn, wordt de handset �itgeschakeld.
Wat is de stand-bymodus?
De telefoon staat in de stand�bymod�s
wanneer deze niet in gebr�ik is. Het stand�
byscherm toont de handsetnaam, het
handsetn�mmer, de dat�m en de tijd.
10
NL
De signaalsterkte controleren
Het aantal balken d�idt de
verbindingsstat�s aan t�ssen de
handset en basisstation. Hoe meer
balken er worden weergegeven,
hoe beter de verbinding is.
•
Zorg ervoor dat de handset met het
basisstation is verbonden voordat � belt of
een gesprek aanneemt en de f�ncties van
de telefoon gebr�ikt.
•
Als � tijdens een telefoongesprek
waarsch�wingstonen hoort, is de batterij
van de handset bijna leeg of is de handset
b�iten bereik. Laad de batterij op of
beweeg de handset in de richting van het
basisstation.
Opmerking
•
Wanneer ECO+ wordt weergegeven, wordt de
signaalsterkte niet getoond.