4. Voer de vereiste onderhoudsprocedures uit; zie
Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden
(bladz. 13).
5. Controleer het oliepeil in de motor; zie Het
motoroliepeil controleren (bladz. 9).
6. Vul de brandstoftank met verse benzine; zie De
brandstoftank vullen (bladz. 8).
7. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
18