Kopiëren
-Bediening
❖ Het apparaat stoppen tijdens een af-
druktaak waarbij meerdere kopieën
worden gemaakt.
Druk op de toets {Wis/Stop}.
2
❖ Het apparaat na het kopiëren terug-
zetten in de beginstand.
Druk op de toets {Instellingen verwij-
deren}.
❖ Ingevoerde waarden wissen.
Druk op de toets {Wis/Stop} of [Wis-
sen] op het display.
❖ De instellingen controleren.
Druk op de toets {Instellingen con-
troleren}.
Kopiëren onderbreken
Gebruik deze functie wanneer u een
lange kopieeropdracht wilt onderbre-
ken om spoedeisende kopieën te ma-
ken.
Beperking
❒ U kunt Kopiëren onderbreken niet
gebruiken bij de scanfunctie of bij
het scannen van faxoriginelen.
A
Druk op de toets {Onderbreken}.
De indicator Onderbreken gaat
aan.
Als het apparaat stopt met
scannen van originelen
A Verwijder de originelen die
werden gekopieerd en plaats
de originelen die u wilt kopië-
ren.
20
B Druk op de toets {Start}.
Het kopiëren begint.
C Zodra het kopiëren is voltooid,
verwijdert u de originelen en
kopieën.
D Druk nogmaals op de toets
{Onderbreken}.
De indicator Onderbreken gaat
uit.
E Als op het display hierom
wordt gevraagd, plaatst u de
oorspronkelijke reeks origine-
len opnieuw.
F Druk op de toets {Start}.
Opmerking
❒ De instellingen van de vorige
kopieertaak worden hersteld
en het apparaat gaat verder
met kopiëren vanaf het punt
waar het werd onderbroken.
Als de machine doorgaat met
kopiëren
A Plaats de originelen die u wilt
kopiëren.
B Druk op de toets {Start}.
Het apparaat stopt de vorige
opdracht en gaat de nieuwe ori-
ginelen kopiëren.
C Zodra het kopiëren is voltooid,
verwijdert u originelen en ko-
pieën.
D Druk nogmaals op de toets
{Onderbreken}.
De indicator Onderbreken gaat
uit.
De instellingen van de vorige
kopieertaak worden hersteld en
het apparaat gaat verder met
kopiëren vanaf het punt waar
het werd onderbroken.