4. Installatie-instructies
4. Installatie-instructies
4.1. Voorbereiden op installatie
4.1.1. Installatie voorbereiden
De volgende aanbevelingen zijn een richtlijn om u te helpen bij het plannen van de installatie van het
laadstation.
Locatie kiezen
•
Plaats het laadstation, indien mogelijk, op een plek waar deze niet wordt blootgesteld aan
extreem zonlicht en kwetsbaar kan zijn voor externe schade.
•
De wand moet een vlakke structuur hebben en een belasting van minstens 100 kg kunnen dragen.
•
Rondom het laadstation moet een minimale vrije ruimte van 300 mm voorzien zijn.
•
De locatie moet het mogelijk maken dat de laadkabel binnen de buigtolerantie blijft.
Opmerking:
De bovenstaande afbeelding geeft een standaard installatiehoogte aan. Houd u aan de
plaatselijke toegankelijkheidsvoorschriften.
Checklist vóór de installatie
•
De lokale installatievoorschriften zijn geïdentificeerd en worden nageleefd.
•
Alle benodigde vergunningen worden verkregen bij de lokale bevoegde autoriteit.
•
De bestaande elektrische belasting is berekend om de maximale bedrijfsstroom voor de
laadinstallatie te vinden.
•
Er zijn upstream een miniatuurstroomonderbreker (Miniature Circuit Breaker; MCB) en
aardlekschakelaar (Residual Current Device; RCD) geïnstalleerd en deze moeten ampèrages
hebben die overeenkomen met de lokale stroomtoevoer en de vereiste laadstroom.
NL
13