Figuur 22
1. Hier duwen
Opmerking: Als de maaimachine niet vrij naar
achteren rolt na het inschakelen van de zelfaandrijving,
moet u de maaimachine een centimeter of vijf naar voren
duwen zonder de zelfaandrijving te activeren (Figuur 22)
en vervolgens naar achteren trekken.
De motor afzetten
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de motor af te zetten, laat u de bedieningsstang van
het maaimes los (Figuur 23).
Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat,
moeten de motor en het mes binnen 3 seconden
stoppen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine
niet verder gebruiken en moet u contact opnemen
met een erkende servicedealer.
Figuur 23
Het maaisel uitstrooien
Als de machine wordt geleverd, is deze gereed om het
gazon te bestrooien met maaisel en bladafval.
Als de grasvanger op de machine zit, moet u die
verwijderen (zie De grasvanger verwijderen) vóór u
het maaisel uitstrooit. Als de zijafvoer op de machine
zit, moet u deze verwijderen en het afvoerdeurtje
vergrendelen (zie De zijafvoer verwijderen) vóór u het
maaisel uitstrooit.
Belangrijk: De maaimachine beschikt over
een veiligheidsschakelaar die voorkomt dat u de
machine kunt starten als u niet eerst de mulchplug
goed op de maaimachine hebt geplaatst (Figuur 24).
1. Bovenkant van mulchplughendel in schakelkanaal
Het maaisel opvangen
Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt
verzamelen.
Als de zijafvoer op de machine zit, moet u die
verwijderen en het afvoerdeurtje vergrendelen (zie De
zijafvoer verwijderen) vóór u het maaisel in de zak
verzamelt.
WAARSCHUWING
Door een versleten grasvanger kunnen steentjes
en andere voorwerpen worden uitgeworpen in
de richting van de gebruiker of de omstanders.
Uitgeworpen voorwerpen kunnen ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen aan de
gebruiker of omstanders.
Controleer de grasvanger regelmatig. Plaats een
nieuwe Toro-grasvanger als de oude is beschadigd.
WAARSCHUWING
Het maaimes is scherp, contact met het maaimes
kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
11
Figuur 24