7 Ingebruikname
7.12
Sifonbeker vullen
1.
Haal het onderste sifondeel eraf.
2.
Vul het onderste deel van de sifon tot 10 mm onder de
bovenkant met water.
3.
Bevestig het onderste sifondeel aan de sifonbeker.
7.13
Gasinstelling
7.13.1 Gasinstelling af fabriek controleren
De verbranding van het product werd af fabriek gecontro-
leerd en voor het gebruik met de gasgroep, die op het type-
plaatje vastgelegd is, vooraf ingesteld.
▶
Controleer de gegevens over de gasgroep op het type-
plaatje en vergelijk deze met de aan de installatieplaats
beschikbare gasgroep.
Voorwaarden: De uitvoering van het product komt niet met de plaatselijke
gasgroep overeen
▶
Voer een gasomstelling aan het product met de als toe-
behoren beschikbare ombouwkit uit, zoals in de meege-
leverde omstelhandleiding beschreven. Als een gasom-
stelling naar vloeibaar gas uitgevoerd werd, is de kleinst
mogelijke deellast hoger dan op het display aangegeven.
De correcte waarden vindt u terug in de technische gege-
vens.
Voorwaarden: De uitvoering van het product komt overeen met de plaat-
selijke gasgroep
▶
Ga te werk zoals hierna beschreven.
7.13.2 Gasstroomdruk controleren
1.
Sluit de gasafsluitkraan.
24
2.
Draai de afdichtingsschroef van de meetnippel (1) (on-
derste schroef) aan het gasblok met behulp van een
schroevendraaier los.
3.
Sluit een manometer (2) aan de meetnippel (1) aan.
4.
Open de gasafsluitkraan.
5.
Neem het product met het controleprogramma P.01 in
gebruik.
6.
Meet de gasstroomdruk ten opzichte van de atmosfeer-
druk.
–
Toegestane gasstroomdruk bij gebruik met aard-
gas G25: 2,0 ... 3,0 kPa (20,0 ... 30,0 mbar)
–
Toegestane gasstroomdruk bij gebruik met vloei-
baar gas G31: 2,5 ... 4,5 kPa (25,0 ... 45,0 mbar)
7.
Stel het product buiten bedrijf.
8.
Sluit de gasafsluitkraan.
9.
Verwijder de manometer.
10. Draai de schroef van de meetnippel (1) vast.
11. Open de gasafsluitkraan.
12. Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
Voorwaarden: Gasstroomdruk niet in het toegestane bereik
Opgelet!
Kans op materiële schade en bedrijfssto-
ringen door verkeerde gasstroomdruk!
Als de gasstroomdruk buiten het toegestane
bereik ligt, dan kan dit tot storingen in de
werking en tot schade aan het product lei-
den.
▶
Voer geen instellingen aan het product
uit.
▶
Neem het product niet in gebruik.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020116691_05
1
2