6.2.9.2
6.2.9.3
Vanderbilt
2. Druk op ENTER om de standaardnaam van de gebruiker te accepteren of voer
een eigen gebruikersnaam in en druk op ENTER.
3. Blader naar het gewenste type gebruikerprofiel en druk op ENTER om dit te
selecteren.
� Voor elke nieuwe gebruiker wordt een standaard-PIN gegenereerd.
4. Druk op ENTER om de standaard gebruiker-PIN te accepteren of voer een
nieuwe gebruiker-PIN in en druk op ENTER.
Op het keypad wordt bevestigd dat er een nieuwe gebruiker is aangemaakt.
BEWERKEN
Gebruikers bewerken in het systeem:
1. Blader naar GEBRUIKERS > BEWERKEN.
2. Druk op SELECTEER.
3. Bewerk de gebruikersinstellingen. Zie voor meer informatie de tabel hieronder.
NAAM WIJZIGEN De huidige gebruikersnaam bewerken
GEBRUIKERPRO Selecteer het profiel voor deze gebruiker.
FIEL
DWANG
Schakel Dwang in of uit voor deze gebruiker.
GEBRUIKER
DATUM LIMIET
Schakel dit vakje in als de gebruiker slechts voor een bepaalde periode toegang
heeft tot het systeem. Voer een begin- en einddatum in en druk op ENTER.
TAG
De functionaliteit Kaartlezer in- of uitschakelen
RF FOB
Toegang via RF Fob in- of uitschakelen (draadloos keypad, afstandsbediening)
Hiermee schakelt u de man-down test in.
MAN-DOWN
[MDT]
TOEGANGSCON
Als er geen kaart is toegewezen aan de gebruiker:
TROLE
●
KAART TOEVOEGEN
●
KAART LEREN
Als er een kaart is toegewezen aan de gebruiker:
●
KAART BEWERKEN
–
–
●
RESET KAART
●
KAART WISSEN
TAAL
Selecteer de taal waarin het systeem voor de gebruiker wordt weergegeven.
TOEGANGSCONTROLE
Aan elke gebruiker op het bedieningspaneel kan één toegangskaart worden
toegewezen.
De toegangscontrole configureren voor een gebruiker:
1. Blader naar GEBRUIKERS > BEWERKEN.
2. Druk op SELECTEER.
3. Blader naar de gebruiker die u wilt configureren, en druk op SELECTEER.
4. Blader naar TOEGANGSCONTROLE en druk op SELECTEER.
Programmeren in de gebruikersmodus via het keypad
KAARTNUMMER
KAART EIGENSCHAP (zie Toegangscontrole)
6
Gebruikersmenu's
25
A6V10316360
01.10.2015