Menumodus
7.5 Kalibreren
De apparaten zijn af fabriek op temperatuur gekalibreerd en ingesteld. Mocht er een herkali-
bratie noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld vanwege beïnvloeding door het beladingsmateriaal, kan
het apparaat via drie zelfgekozen kalibratietemperaturen door de klant worden gekalibreerd:
►
Cal1
Temperatuurkalibratie bij lage temperatuur
►
Cal2
Temperatuurkalibratie bij gemiddelde temperatuur
►
Cal3
Temperatuurkalibratie bij hoge temperatuur
Wij adviseren dat het apparaat jaarlijks wordt gekalibreerd, zodat een probleemloze regeling
wordt gegarandeerd.
Voor de temperatuurkalibratie is een gekalibreerd referentiemeetapparaat noodzakelijk.
0°C
afb. 25
Schematisch voorbeeld van temperatuurkalibratie
Voorbeeld: er moet een temperatuurafwijking bij 120 °C worden gecorrigeerd.
1. Activeer de kalibratie-instelling. Druk
op de activeringstoets rechts naast de
CALIB
weergave
vergroot. De eerste kalibratietemperatuur,
in dit geval 40 °C , wordt automatisch
gemarkeerd.
2. Druk zo vaak op de bevestigingsknop
totdat de kalibratietemperatuur Cal2 is
gemarkeerd.
44
CAL 1
+0,5 K
40°C
. De weergave wordt
CAL 3
-0,8 K
CAL 2
+2,6 K
180°C
120°C
Temperatur
Cal1
40.0
Temperature
40.0
Cal1
Cal2
100.0
100.0
Cal2
Cal3
180.0
180.0
Cal3
letzte Justierung 12.10.2012 12:00
Last updated 12.10.2012 12:00:00
JUSTIEREN
Calibration
-0,2
-
0,2
°C
K
C
K
+0,1
+
0,1
°C
K
C
K
-0,2
-
0,2
°C
K
C
K
Temperature
Cal1
Cal2
Cal3
D33368 | Stand 01/2020
40.0
-
0,2
C
K
100.0
+
0,1
C
K
180.0
-
0,2
C
K