Aankoppelen en rijden
Draai het neuswiel uit tot u boven de kogel van de trekhaak komt, zet de koppeling erboven, til het
handvat schuin omhoog en draai het neuswiel vervolgens weer op tot de koppeling vast klikt. De
koppeling is goed op de trekhaak bevestigd zodra het handvat horizontaal staat. Het neuswiel moet
naar achteren wijzen en worden opgedraaid tot de inhammen. Vervolgens brengt u het neuswiel
omhoog en draait hem vast in de houder. Zorg ervoor dat het neuswiel nog wel kan draaien. Bevestig
de veiligheidskabel. Deze zorgt ervoor dat de remmen in werking gesteld worden wanneer de koppeling
onverhoopt los mocht raken. Haal de handrem los door de hendel naar beneden te duwen. Steek de
stekker in het contact van de trekhaak en draai hem een kwartslag zodat het plaatje recht op het rondje
komt. Als u een verloopstekker heeft, maak deze dan aan de trailer vast en laat deze niet in het contact
van de trekhaak zitten.
Let er bij het rijden op, dat het breedste gedeelte van de wagen ter hoogte van de spatborden ligt.
Nog enkele tips voor tijdens het rijden:
- Vergeet niet dat uw remweg door de aanhanger langer is.
- Rem niet af in de bocht, maar rem juist voor de bocht af en geef in de bocht licht gas bij.
- Oefen terugrijden voor u dit een keer noodgedwongen moet doen.
Afkoppelen en plaatsen
Haal stekker en veiligheidskabel los, draai het neuswiel naar beneden en open de koppeling door de
hendel naar boven te kantelen, terwijl u het palletje in de handel ingedrukt houdt. Zet vervolgens de
uitzetpoten aan de achterzijde uit door deze naar voren te duwen en vervolgens naar beneden te
kantelen. Met uw voet kunt u de stand van de poten wijzigen. Draai vervolgens de voorzijde van de
wagen weer iets omhoog met het neuswiel, zodat de wagen vrij hoog staat. Klap nu ook de poot aan
de rechter voorzijde uit. Vervolgens draait met het neuswiel de wagen waterpas. Als u weer weg gaat,
haalt u de spanning van de poten af door de wagen voor en achter omhoog te draaien met behulp van
het neuswiel en met uw voet op de beugel te gaan staan.
5