Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Over Hindernissen Rijden; Het Surestep-Systeem; Maximale Hindernishoogte; Veiligheidsinformatie Als U Over Obstakels Rijdt - Invacare TDX SP2 Series Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor TDX SP2 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.
Afhankelijk van het type armsteun op het mobiliteitshulpmiddel
verwijdert u de armsteun of draait u de armsteun omhoog.
6.
Nu kunt u op een andere stoel schuiven.

6.5 Over hindernissen rijden

6.5.1 Het SureStep-systeem

Dit mobiliteitshulpmiddel is uitgerust met SureStep-technologie.
Wanneer het mobiliteitshulpmiddel over obstakels rijdt, worden de
zwenkwielen ingetrokken. Daarna zakken de wielen weer naar de
normale stand.

6.5.2 Maximale hindernishoogte

Informatie over de maximale hindernishoogte vindt u in het hoofdstuk
11 Technische Specificaties, pagina101 .

6.5.3 Veiligheidsinformatie als u over obstakels rijdt

LET OP!
Risico op kantelen
– Nader obstakels nooit diagonaal, maar altijd in een
rechte hoek zoals hieronder wordt aangegeven.
– Nader obstakels waarachter een helling volgt
voorzichtig. Als u niet zeker weet of de helling te steil
is, keer dan om en zoek indien mogelijk een andere
locatie.
– Nader nooit obstakels wanneer de ondergrond
ongelijk en/of los is.
– Rijd nooit met een te lage bandenspanning. Raadpleeg
11 Technische Specificaties, pagina 101 voor de
aanbevolen bandenspanning.
– Zet de rugleuning altijd rechtop voordat u een
obstakel oprijdt.
1580067-C
LET OP!
Risico op uit het mobiliteitshulpmiddel vallen
en schade aan het mobiliteitshulpmiddel, zoals
gebroken zwenkwieltjes
– Vermijd obstakels die hoger zijn dan de maximaal
hanteerbare hoogte van een obstakel. Zie 11
Technische Specificaties, pagina101voor de maximaal
hanteerbare hoogte van een obstakel.
– Voorkom dat de voetsteun/beensteun de grond raakt
wanneer u een obstakel af rijdt.
– Als u niet zeker weet of u over een obstakel kunt
rijden, zoek dan indien mogelijk een andere locatie
waar dit wel mogelijk is.

6.5.4 De juiste manier om obstakels te nemen

Goed
Oprijden
1.
Nader het obstakel of de stoeprand langzaam, frontaal en in
een rechte hoek.
2.
Afhankelijk van het type achterwiel stopt u in een van de
volgende posities:
a.
In het geval van centraal aangedreven
mobiliteitshulpmiddelen: 5 - 10 cm vóór het obstakel.
b.
In het geval van alle andere aandrijvingen: circa 30 tot 50
cm voor het obstakel.
Gebruik
Fout
75

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave