Montage en gebruiksaanwijzing voor
universele aanwezigheiddetector
870620
PLF-UNI-PIR30-D2
870624
PLF-UNI-PIR30-SL
Algemene specificaties
Aansluitspanning
: 230Vac 50/60Hz
Relaisuitgang 1
(µ) : L' voorzien van Nuldoorgangschakeling
Uitgangsspanning
: 230Vac (doorgeschakelde fase)
Schakelvermogen
: 8.5A cos phi 1.0 (2000W)
Fluorescentielamp
: 1000VA -100µF (par. gecompenseerd)
Fluorescentielamp HF : 1000VA -100µF max.15 x HF. EVSA
Dulux lampen
: 600VA - 100µF (CFL – PL lampen)
Hoogvolt Halogeen
: 1000W
Laagvolt Halogeen
: 1000VA
Led
: 500VA (400W)
Luxwaarde inst.
: 10 – 2000Lux
Tijdsinstelling 1.
: puls, 10 sec - 30 min
LED-indicatie
: ingebouwde rode LED (in teststand zichtbaar)
1-10Volt uitgang
: werkt samen en/of onafhankelijk met relais 1
Max. stroom
: 100mA
Max.armaturen/drivers : 50 stuks van 2mA
Standbye tijd
: instelbaar 5, -10, -15min. tot altijd
Standbye niveau
: 10,- 20,- 30% of uitgeschakeld.
Aansluiting 1-10V
: polair gevoelig, + en - mag niet gewisseld worden
Relaisuitgang 2
(µ) : potentiaal vrij , lux onafhankelijk
Vermogen
: max. 5A, U < 250Vac
: max. 2A, U < 250Vac cosphi=0.4
: max. 5A , U< 30Vdc
Tijdsinstelling 2
: puls (5s aan, 5s uit),10s, 15, 30 en 60 min
Gevoeligheid
: automatische aanpassing via microprocessor
Detectiehoek
: 360°
Detectieveld
: piramidevorm (geen dode hoeken)
Detectiebereik
: 700m² ronde cirkel op vloeroppervlak
Montagehoogte 2.5M : D = 30 meter (zie Fig.2)
Lensmasker
: multi-gesegmenteerd (zie Fig.23)
Slave ingang R/S
: via signaal van slave sensoren max. 10 stuks
Remote ingang R/S
: om via pulstasters het 1-10V kanaal te besturen
als een electronische dimmer
Inbouw plafond
Boorgat sensor
: inbouw in plafond = 65 mm
Plafondpaneel dikte
: 5 - 25 mm
Montage
: 2 veren
Bescherming
: IP 40 via afdekkap met trekontlasting 2wartels
meegeleverd.
Inbouw centraaldoos/inbouwdoos
Schroefgaten
: 2 sleuven
Bescherming
: IP40 klasse II
Opbouw universeel buiten/binnen
Bescherming
: IP52 klasse II montagewijze opbouw
Kabelinvoer
: mogelijk via onderzijde en eventueel via zijkant
uitbreekpoorten
Extra
: verbindingsklem voor aardedraad
Afmetingen
: (zie Fig.1 A-B-C)
Temperatuur
: -20°C tot +45°C
Productienormen
: CE
Algemene beschrijving
Deze PLF-UNI-PIR30-D2 aanwezigheiddetector is een super "allrounder" om
verlichting in kantoren, zalen, magazijnen, scholen, congrescentra, gangen
etc te schakelen en te besturen. Deze detector heeft 2 relais uitgangen waar-
van 1 geschakelde phase met nuldoorgang controller die bestand is tegen
hoge inloopstromen en 1 x potentiaal vrij maakcontact. Elke relais uitgang
kan onafhankelijk van elkaar in nalooptijd worden ingesteld. De 1-10V uit-
gang wordt door de ingebouwde daglicht sensor standaard bestuurd om bo-
ven een ingesteld lichtniveau de verlichting terug te dimmen. Echter deze
1-10V uitgang is ook via de IR afstandsbediening of via een pulsschakelaar
op de Remote ingang handmatig te besturen waardoor de gebruiker bepa-
lend is voor het lichtniveau. De standbye functie van deze detector is gekop-
peld aan de 1-10V uitgang tezamen met relais 1. Hierdoor is mogelijk om
een extra tijdsperiode de verlichting op een ingesteld percentage te laten
branden nadat de officiële nalooptijd verstreken is. Deze functie kan ook voor
altijd worden vastgezet waardoor de verlichting nooit meer uitschakelt maar
dynamisch wordt bestuurd tussen bv. 10% en 100%. In het 1-10V kanaal is
ook een fade-away functie ingeprogrammeerd die verlichting 30 seconden
voor uitschakeling naar 50% vermogen stuurt en dan langzaam in 20sec. soft
dooft waardoor gaat het licht nooit meer onverwacht uitgaat. Het detectie
gebied is een ronde cirkel met een diameter van 30 meter. De binnenkern
van dit gebied is hoogst gevoelig en de buitenrand heeft een lagere gevoe-
ligheids niveau. (grotere bewegingen). De gevoeligheid wordt automatisch
bijgesteld. Zodra de eerste detectie heeft plaatsgevonden zal de detector
zijn detectiegevoeligheid naar maximum level toenemen. Na uitschakeling
wordt de gevoeligheid terug gebracht naar een lager niveau. Deze pir heeft
ook een Slave/remote ingang om externe slave sensoren aan te koppelen
zodat het detectiegebied met 10 extra sensoren kan worden uitgebreid. De sen-
sor is voorzien van een rode led achter de lens waardoor de installateur het
detectie veld kan bepalen en terugkoppeling krijg bij wijzigingen van de diverse
instellingen. Uni betekent universele montage. Deze universele detector wordt
compleet als set geleverd inclusief opbouw montagedoos, bevestigingsveren en
afdekbeschermkap. Hierdoor is het mogelijk om de detector op allerlei mogelijke
manieren te monteren. De meest voorkomende montagewijzen:
inbouw in een verlaagd vals plafond (zie Fig.1B). inbouw in een centraal,- of
inbouwdoos (zie Fig.1A). opbouw binnen tegen een plafond of centraaldoos (zie
Fig.1C). opbouw buiten tegen de onderzijde van een oversteek / overkapping ,
inbouw,- of centraaldoos (zie Fig.1C).
Montagevoorschrift
Let op: maak voor de montage alle aansluitkabels spanningsvrij en lees
de gebruiks-aanwijzing goed door. Raadpleeg bij twijfel een erkend instal-
lateur!!!
Aansluitschema's
De detector kan afhankelijk van de gewenste functie op verschillende wijzen
worden geinstalleerd en aangesloten. Het is niet verplicht om alle uitgangen te
gebruiken om een goede werking te verkrijgen. Als de 1-10V uitgang niet wordt
aangesloten heeft dat geen gevolgen voor de werking van het relais 1 behalve
dat de fade-away functie weg is. Het relais blijft gewoon gedurende deze periode
gesloten en de verlichting blijft branden totdat de tijd verstreken is.
Normale volledige installatie (zie Fig.4)
Relais 1 schakelt via een trappen huis automaat dimbare hoog frequente TL of
ledverlichting. De1-10Volt uitgang zorgt dat de verlichting daglicht afhankelijk ge-
regeld wordt of door de gebruiker met drukknop word bestuurd. ( is dominant
boven daglichtregeling). Relais 2 schakelt de klimaat apparatuur via een extern
vermogen relais over zijn potentiaal vrije uitgang die met een
externe spanning wordt gevoed.
Detector bestuurd een "vertraagd afvallend relais" Tijd1 staat op puls ingesteld
(zie Fig.5).
Relais 1 schakelt dimbare hoog frequente TL-, of ledverlichting.
De1-10Volt uitgang zorgt dat de verlichting daglichtafhankelijk geregeld wordt of
door de gebruiker met drukknop word bestuurd (is dominant boven daglicht rege-
ling). Een extra drukknop wordt gebruikt om handmatig de trappenhuis automaat
te activeren. Relais 2 schakelt een ventilator direct op het eigen contact.
Groot oppervlak waarbij detectoren als master/slave zijn geïnstalleerd. (zie Fig.6)
De master detector is geïnstalleerd als in normale volledig installatie (zie Fig.4)
echter met extra slave sensoren die via slave ingang R/S de masterdetector be-
sturen. Parallel een pulsschakelaar, zodat de gebruiker handmatig het verlich-
tingsniveau kan besturen.
Bepalen van de juiste positie
De ideale montage hoogte is 2.5m (zie Fig.2). Indien de sensor hoger hangt
wordt de detectiegevoeligheid minder. Bepaal de plaats waar de detector in of
tegen het plafond moet worden gemonteerd en houd rekening met het volgende:
1 Luchtkanalen: let op uitstoot van wasemkappen, verwarmingsroosters, was
drogers enz.
2 Objecten die door luchtstromen kunnen bewegen zoals planten en gordijnen
3 Richt de sensor niet op andere lichtbronnen
4 Richt de sensor niet op sterk reflecterende oppervlaktes zoals zwembaden
(i.v.m. snelle temperatuurschommelingen)
5 houd rekening met loop richtingen. (probeer altijd het veld zodanig te plaatsen
dat de looprichting het veld crosst ipv recht de sensor benadert (zie Fig.3).
6 monteer de detector niet op geleidende oppervlakten
Installatie.
De detector bestaat uit 3 hoofddelen die afhankelijk van de montage wijze uit
elkaar gehaald moeten worden.
Montage op centraal,- inbouwdoos (zie Fig.8)
1 Verwijder de de afdekkap van het detectorhuis.
2 schroef de vier schroeven los zonder deze te verwijderen
3 verwijder de powerbox van het detectorhuis
4 sluit de bekabeling aan op de powerbox volgens het gewenste bedradings
schema (zie Fig.9).
5 monteer de powerbox op de doos door 2 schroeven (zie Fig.10)
6 plaats het detectorhuis en schroef deze weer vast
7 regel alle functies in en plaats de afdekkap
Montage in verlaagd plafond.
1 boor een gat van 65mm in het plafond (zie Fig.11)
2 plaats de wartels indien gewenst in de invoerdoos ipv de doorvoertulen
3 voer kabels via wartels door de achterzijde van de invoerdoos in (zie Fig.12)
4 monteer bekabeling aan de powerbox volgens het bedradingschema
5 schroef de invoerdoos vast aan de powerbox
6 houd de 2 veren naar boven gedrukt (zie Fig.13)
7 duw dit geheel in het gat van het plafond
8 laat de veren langzaam los zodat de detector zichzelf in het gat trekt.
9 regel alle functies in en plaats de afdekkap
Montage met opbouwdoos op/tegen oppervlak (plafond) buiten of binnen IP-52
De opbouwdoos (los meegeleverd) kan tegen ieder oppervlak worden bevestigd
door met twee schroeven deze te bevestigen. Voor inbouwdozen en centraal
dozen zijn reeds voorbewerkte gaten beschikbaar in 4 afstanden (zie Fig.14).
De doos is reeds voorzien van invoertulen (zie Fig.16). Aan de zijkant van de
opbouwdoos zijn 2 uitbreekpoorten voor eventuele buis of kabel doorvoer (zie
Fig.15).