• Als de werkingshoek van de assen 3/4/5 niet in max.
positie kan gezet worden
1. Controleer of er geen lucht meer aanwezig is in cilinder H3/4/5,
I3/4/5 en slangen 3/4/5. In dit geval, monteer opnieuw (zie p. 37-
40).
2. Controleer of alle slangen juist lopen en niet gedraaid zijn. Bij
gedraaide slangen:
(a) zie p. 66-75 "Montage robotarm" om te controleren of de
markeringen op de slangen correct geplaatst zijn.
(b) zie p. 46-48 "Meten & Markeren" om te controleren of de
slangen op de juiste lengte geknipt en gemarkeerd zijn.
• Slechte beweging van de 6de as
1. Als de zesde as niet beweegt wanneer E2 ronddraait, controleer
of E10 correct geïnstalleerd is (zie p. 19, stap 13).
2. Controleer of alle slangen juist lopen en niet gedraaid zijn. Bij
gedraaide slangen:
(a) zie p. 66-75 "Montage robotarm" om te controleren of de
markeringen op de slangen correct geplaatst zijn.
(b) zie p. 46-48 "Meten & Markeren" om te controleren of de
slangen op de juiste lengte geknipt en gemarkeerd zijn.