hanDmatIge aIrcOnDItIOnIng
1
7
regeling van de temperatuur
Draai de knop 1 in een van de acht standen
om de temperatuur in te stellen. Hoe verder
de aanwijzer in het rode gedeelte staat, hoe
hoger de temperatuur.
Bij langdurig gebruik van de airconditioning,
kan het te koud worden. Om de temperatuur
te verhogen, draait u de knop 1 naar rechts.
(2/3)
3
Wijzigen van de verdeling van
de lucht in het interieur
Draai de schakelaar 5 om uw verdeling te
kiezen.
Ø
De lucht wordt naar de uitstroom-
sleuven onder de voorruit en de
voorste zijruiten gevoerd.
½
De lucht wordt naar de ventilatie-
roosters in het dashboard ge-
voerd.
¿
De lucht wordt voornamelijk naar
de voetenruimtes gevoerd.
achterruitverwarming
5
Druk op de knop 7: het ingebouwde contro-
lelampje gaat branden. De achterruit wordt
nu snel ontwasemd en de buitenspiegels
worden verwarmd (afhankelijk van de uit-
voering).
u schakelt deze functie uit door opnieuw
op de toets 7 te drukken. De verwarming
schakelt na enige tijd automatisch uit.
advies
Om energie te besparen, kunt u bij vorst
het ijs beter handmatig verwijderen van
uw achterruit met een ijskrabber dan
de functie Ontdooien-ontwasemen in te
schakelen.
3.5