7.2
Elektrische installatie
WAARSCHUWING
Volgens de lokale voorschriften mag
alleen bevoegd personeel elektrische
aansluitingen op de motor aanbrengen.
OPMERKING
Sluit de motor aan conform figuur 6
Motoraansluitingen en controleer altijd
de draairichting.
Het voorbeeld kan van de gekozen motor verschillen
ID2482
Figuur 6: Motoraansluitingen
7.3
In bedrijf stellen
WAARSCHUWING
Schakel de pomp uit als deze niet
volledig is gevuld.
OPMERKING
Controleer de draairichting van de
pomp conform fig. 5 Aansluitkast en
sticker op ventilatorkap. Bij een
driefase motor kan de draairichting
worden gewijzigd door twee van de drie
fasedraden te wisselen.
16
Elektrische aansluitingen:
•
Let op dat de motorgegevens overeenkomen
met de spanning waarop de motor van de pomp
wordt aangesloten. Raadpleeg "Elektrische
aansluitschema's" voor het juiste
aansluitschema.
•
Sluit de motor aan met een
motorbeveiligingsschakelaar.
1
1~ 230 V met overbelastingsbeveiliging
2
3~ 230 V
3
3~ 400 V
7.3.1
De pomp voeden
C
A
Figuur 7: Voorbeeld: Installatie met
werking met pomp onder druk
D
B