Problemen oplossen
❏ Zorg ervoor dat de papiersoort die in de printer is geladen en de papiersoort die op de printer is ingesteld
overeenkomen met de papiersoortinstellingen van het printerstuurprogramma.
"Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort" op pagina 27
❏ Gebruik een hogere kwaliteitsinstelling op het bedieningspaneel of in het printerstuurprogramma.
❏ Plaats de inktcartridges die al in de printer zijn geïnstalleerd opnieuw.
Door inktcartridges opnieuw te installeren kan de verstopping van spuitkanaaltjes in de printkop worden
verholpen en kan de inkt weer vrij stromen.
Omdat er inkt wordt verbruikt wanneer de inktcartridge opnieuw wordt geïnstalleerd, kan er een bericht
worden weergegeven waarin u wordt gevraagd de inktcartridge te vervangen. Dit is afhankelijk van de
resterende hoeveelheid inkt.
"De inktcartridges moeten worden vervangen" op pagina 188
❏ Lijn de printkop uit.
"De printkop uitlijnen" op pagina 106
❏ Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkoppen verstopt zijn.
Als het spuitkanaaltjespatroon wordt onderbroken, zijn de spuitkanaaltjes mogelijk verstopt. Voer de
printkopreiniging en de spuitkanaaltjescontrole om afwisselend 3 keer uit en controleer of de verstopping is
verholpen.
Bij de printkopreiniging wordt wat inkt gebruikt.
"De printkop controleren en reinigen" op pagina 103
❏ Schakel de printer uit, wacht ten minste 12 uur en controleer vervolgens of de verstopping is verholpen.
Als het probleem inderdaad een verstopping was, kunt u het probleem mogelijk oplossen door een tijdje niet af
te drukken.
U kunt het volgende controleren terwijl de printer is uitgeschakeld.
❏ Controleer of u originele Epson-inktcartridges gebruikt.
Gebruik bij voorkeur originele Epson-cartridges. Dit product is ontworpen om kleuren aan te passen gebaseerd
op het gebruik van originele Epson-cartridges. De afdrukkwaliteit kan verslechteren wanneer niet-originele
cartridges worden gebruikt.
"Codes van de cartridges" op pagina 208
❏ Controleer of er op de doorschijnende folie vlekken zitten.
Als er op de doorschijnende folie vlekken zitten, moet u deze er voorzichtig afvegen.
"Het doorschijnende folie reinigen" op pagina 111
❏ Controleer of er geen papierresten in de printer zijn achtergebleven.
Wanneer u papier verwijdert, raak de doorschijnende folie dan niet met uw handen of het papier aan.
❏ Controleer het papier.
Controleer of het papier is omgekruld of met de afdrukzijde naar boven is geladen.
"Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking" op pagina 27
"Beschikbaar papier en capaciteiten" op pagina 205
"Niet-beschikbare papiersoorten" op pagina 207
❏ Controleer of u geen oude inktcartridge gebruikt.
Voor het beste resultaat raadt Epson aan om inktcartridges op te gebruiken voordat de houdbaarheidsdatum op
de verpakking is verstreken of binnen zes maanden na openen van de verpakking (wat zich het eerst voordoet).
❏ Als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd nadat u de printer hebt uitgeschakeld en ten minste 12 uur
hebt gewacht, voert u Krachtige reiniging uit.
"Krachtige reiniging uitvoeren" op pagina 105
>
Kan het probleem niet oplossen
>
Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet worde
202