2: Alleen externe flitser
Als er een externe Speedlite is bevestigd, activeert deze indien nodig
het AF-hulplicht. Het AF-hulplicht wordt niet geactiveerd door de
ingebouwde flitser van de camera.
3: Alleen IR AF-hulplicht
Alleen externe Speedlites met een infrarood AF-hulplicht kunnen het
hulplicht activeren. Dit voorkomt dat een Speedlite die een reeks kleine
flitsen gebruikt (zoals de ingebouwde flitser) een AF-hulplicht laat
branden.
Bij gebruik van een Speedlite uit de EX-serie die van een ledlamp
is voorzien, wordt de ledlamp niet automatisch als AF-hulplicht
ingeschakeld.
Als de persoonlijke voorkeuze [AF-hulplicht] voor de externe Speedlite is
ingesteld op [Uitschakelen], activeert de Speedlite het AF-hulplicht niet,
zelfs niet als C.Fn-6 op de camera is ingesteld op 0, 2 of 3.
C.FnIV: Bediening/overig
C.Fn-7
0: AF/AE-vergrendeling
1: AE-vergrendeling/AF
Dit is handig wanneer u afzonderlijk wilt scherpstellen en meten.
Druk op de knop <A> om automatisch scherp te stellen en druk de
ontspanknop half in om de automatische belichting te vergrendelen.
2: AF/AF-vergrendling, geen AE
In de modus AI Servo AF kunt u op de knop <A> te drukken om het
automatisch scherpstellen tijdelijk te stoppen. Hierdoor voorkomt u dat
een onjuiste scherpstelling wordt verkregen door een obstakel dat
tussen de camera en het onderwerp passeert. De belichting wordt
ingesteld op het moment dat de opname wordt gemaakt.
3: AE/AF, geen AE
Dit komt van pas als een voorwerp herhaaldelijk beweegt en weer
stilstaat. In de modus AI Servo AF kunt u op de knop <A> te drukken
om het voortdurend automatisch scherpstellen te starten of te stoppen.
De belichting wordt ingesteld op het moment dat de opname wordt
gemaakt. Zo weet u zeker dat de scherpstelling en de belichting steeds
optimaal zijn terwijl u op het beslissende moment wacht.
Sluiter/AE-vergrendelknop
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
221