Hoofdstuk 3
Bediening
Functies van het toetsenpaneel
AAN/UIT-toets
Pijltoetsen (
(enter)-toets
Pijltoetsen ( en
) en menu-
softkeys
Veel voorkomende termen
In deze handleiding komen enkele termen voor die in verschillende
contexten kunnen worden gebruikt. Hieronder volgt een korte uitleg
van de betekenis van die termen.
Meting
U zet de Model 7545 aan en uit door op deze
toets te drukken. Tijdens het opstarten toont
de display achtereenvolgens de volgende
gegevens: modelnummer, serienummer, en
softwareversie.
Met deze toetsen kunt u tijdens het instellen
)
van een parameter door de menukeuzes
scrollen. Als de toetsen
worden ingedrukt, wordt het toetsenpaneel
vergrendeld, zodat onbevoegd wijzigen van
instrumentinstellingen wordt voorkomen. U
ontgrendelt het toetsenpaneel door de toetsen
en
nogmaals tegelijk in te drukken.
Indrukken om een ingevoerde waarde of optie
te accepteren.
Met de pijltoetsen kunt u tijdens het instellen
van een parameter de menukeuzes wijzigen.
Druk op de softkey Menu om de menu-opties
te openen, te weten Display Setup (display-
indeling), Settings (instellingen), Barometric
Pressure, Data Logging (gegevens loggen),
Applications (toepassingen) en Calibration
(kalibratie).
Een meting (monster) bestaat uit alle
metingswaarden die tegelijkertijd zijn
opgeslagen.
en
tegelijk
5