De fasesymbolen
Als een programma is ingesteld, gaan alle symbolen die verband hou-
den met dat programma aan.
Als het programma is begonnen, wordt alleen het symbool van de wer-
kende fase getoond.
Als het programma is voltooid, is het symbool van de laatste fase aan.
D
E
F
G
H
I
De indicatiebalkje
Het stoomsymbool
Dit symbool gaat aan als u een Stoomprogramma kiest.
De wasmiddeloverdosering
Dit symbool gaat aan het einde van de cyclus aan als het ap-
paraat detecteert dat er te veel wasmiddel is gebruikt.
Het deurvergrendelingsymbool
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het sym-
bool is opgelicht. U kunt de deur van het apparaat openen
als het symbool uit gaat.
Het symbool blijft aan, maar het programma is voltooid:
• Er staat water in de trommel.
• De functie 'Spoelstop' is aan.
Het symbool startuitstel
Het symbool aan als u de functie startuitstel inschakelt.
De programmatijd
Als het wasprogramma start, vermindert de programmatijd
in stappen van 1 minuut.
De uitgestelde start
Als u op de toets startuitstel drukt, toont de display de uit-
stelde starttijd.
Alarmcodes
Als het apparaat een storing heeft, toont de display alarmco-
des. Raadpleeg het hoofdstuk "Problemen oplossen".
Het display toont dit bericht enkele seconden wanneer:
• U met dit wasprogramma geen functie kunt instellen.
• U het wasprogramma probeert te wijzigen als het in werk-
ing is.
Het wasprogramma is voltooid.
Het symbool kinderslot.
Het symbool gaat aan als dit apparaat is ingeschakeld.
Het indicatiebalkje verschijnt alleen als de bijbehorende
functie beschikbaar is voor het programma.
Het indicatiebalkje gaat branden al naar gelang de ingestel-
de functie.
NEDERLANDS
9