Programmeerfuncties
Programmeerfunctie bewerken
en opslaan
Je kunt een programmeerfunctie in- en
uitschakelen of verschillende opties kie-
zen.
Door het aanraken van de sensor-
toets of schakel je een program-
meerfunctie in of uit of kies je een
optie.
Programmeerfunctie
mogelijke keuzes
8
= deze functie kan worden gekozen
= Fabrieksinstelling
86
4
tot
tot
Gebruik de sensortoets Start/Trom-
mel bijvullen om de gekozen pro-
grammeerfunctie te bevestigen.
Het nummer van de programmeerfunc-
tie licht nu opnieuw op, bijv. .
Programmeerniveau verlaten
Zet de programmakeuzeschakelaar
op de stand .
De programmering is nu permanent op-
geslagen. Je kunt de programmering op
elk moment weer wijzigen.