Instellingen
Introductie
Pas instellingen aan voor functies en apps. U kunt uw apparaat personaliseren door de verschillende
instelopties te configureren.
Open de app Instellingen.
Tik op
om naar instellingen te zoeken met zoekwoorden.
Verbindingen
Opties
Instellingen wijzigen voor verschillende verbindingen, bijvoorbeeld de Wi-Fi-functie en Bluetooth.
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen.
• W i-Fi: schakel de Wi-Fi-functie in om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk en toegang te
krijgen tot internet of andere netwerkapparaten. Raadpleeg
• B luetooth: gebruik Bluetooth om gegevens of mediabestanden uit te wisselen met andere
apparaten waarop Bluetooth is ingeschakeld. Raadpleeg
• G egevensgebruik: u kunt uw gegevensgebruik bijhouden en limietinstellingen aanpassen.
Stel in dat het apparaat in de mobiele gegevensverbinding automatisch uitschakelt als de
hoeveelheid gebruikte mobiele gegevens de ingestelde limiet bereikt.
• V liegtuigstand: stel het apparaat in om alle draadloze functies uit te schakelen. U kunt alleen
diensten gebruiken waarvoor geen netwerk vereist is.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld tijdens het opstijgen en landen. Nadat het
vliegtuig is opgestegen, kunt u het apparaat in de vliegtuigmodus gebruiken als dit wordt
toegestaan door het cabinepersoneel van het vliegtuig.
• N FC en betaling: u kunt met uw apparaat productinformatie in NFC-tags (near field
communication) lezen. U kunt deze functie ook gebruiken voor betalingen en om bijvoorbeeld
treinkaartjes of tickets voor evenementen te kopen. U moet dan wel eerst de daarvoor vereiste
apps downloaden. Raadpleeg
informatie.
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten.
NFC en betaling (modellen met NFC-ondersteuning)
97
Wi-Fi
voor meer informatie.
Bluetooth
voor meer informatie.
voor meer