Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Radiofunctie - Skoda SWING Instructieboekje

Verberg thumbnails Zie ook voor SWING:
Inhoudsopgave

Advertenties

4
Algemene aanwijzingen
Er kan tussen de volgende parameters worden gekozen:
BASS - Lagetoneninstelling;
MIDDLE - Middentoneninstelling;
TREBLE - Hogetoneninstelling;
BALANCE - Instelling van de volumeverhouding links/rechts;
FADER - Instelling van de volumeverhouding voor/achter;
ON VOL - De radio slaat het volume op dat voor het uitschakelen het laatst was
ingesteld. Indien deze waarde hoger is, wordt na het opnieuw inschakelen van de
radio het volume naar de waarde van de parameter ON VOL verlaagd.
PDC VOL - Indien de wagen met een 'parkeerhulp (PDC)' is uitgerust, wordt het
volume automatisch verlaagd tot een gedefinieerde waarde als de 'parkeerhulp
(PDC)' actief is;
GALA (snelheidsafhankelijke volumeregeling) - De autoradio verhoogt het
volume bij toenemende rijsnelheid (hogere waarden betekenen een sterkere
toename van het volume);
LOUD - Bij een laag ingesteld volume versterkt deze functie de lage en hoge
frequenties.
Instelling van de speciale functies
A
Menubedieningsknop
lang indrukken.
2
Met behulp van de stationstoetsen een functie van het menu kiezen.
Met de menubedieningsknop
A
2
waarde instellen.
AUX
In- of uitschakelen van de functies van de externe audiobron.
Instelling van de ingangsgevoeligheid AUX LEV:
LEV 1 - Hoog niveau, met name voor notebooks;
LEV 2 - Gemiddeld niveau, voor cassette- of cd-spelers;
LEV 3 - Laag niveau, voor mp3-spelers;
PHONE
Indien de wagen met een handsfreeset is uitgerust, kan de weergave van de tele-
foongesprekken via de luidsprekers van de wagen worden in- en uitgeschakeld.
BEEP
In- of uitschakelen van het geluidssignaal bij het opslaan van radiozenders.
of met de voorkeuzetoetsen de gewenste
ILLUM
Inschakelen (waarde 2) of uitschakelen (waarde 1) van de verlichting van de bedie-
ningsknoppen.
AF
De functie alternatieve frequentie (AF) zorgt ervoor dat automatisch wordt overge-
schakeld naar de best te ontvangen frequentie van de ingestelde zender. De radio-
weergave kan tijdens het zoeken naar de best te ontvangen frequentie zeer kort
worden onderdrukt. Indien geen alternatieve frequentie van de ingestelde zender
kan worden gevonden en de ontvangstkwaliteit van de zender niet goed meer is,
een andere zender kiezen.
REG
Enkele programma's van de radio-omroepen worden op bepaalde tijden in regionale
programma's opgedeeld. Daarom kunnen in afzonderlijke regio's regionale
programma's van een zender een verschillende inhoud hebben.
Het apparaat probeert eerst alleen alternatieve frequenties van de gekozen zender
in te stellen.
Indien de kwaliteit echter zo slecht wordt dat een 'programmaverlies' dreigt, accep-
teert het apparaat 'aanverwante' frequenties.
FIX - De ontvanger schakelt naar een regionaal 'aanverwante' zender, als de
ontvangst van de actuele zender weg kan vallen;
AUTO - De ontvanger zal de regionaal 'aanverwante' zender zonder beper-
kingen gebruiken.
BT-AUDIO
Maakt een draadloze overdracht van de mp3-bestanden uit de telefoonvoorberei-
ding mogelijk.

Radiofunctie

Frequentiebereik omschakelen
Op de toets
drukken.
RADIO
Uw radio is uitgerust met FM- en AM-frequenties. Deze zijn in 6 geheugenniveaus
onderverdeeld, 3 niveaus voor de FM-ontvangst en 3 voor de AM-ontvangst. Per
niveau zijn telkens 6 geheugenplaatsen beschikbaar

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave