Er wordt geen opname gemaakt als de
ontspanknop wordt ingedrukt
De camera is automatisch uitgeschakeld
De camera gaat automatisch in slaapstand om de batterij minder te belasten als er geen
handelingen worden uitgevoerd gedurende de opgegeven tijd. Om de slaapstand te verlaten, drukt
u de ontspanknop half in. De camera schakelt automatisch uit als deze gedurende 5 minuten in de
slaapstand heeft gestaan.
De flitser wordt opgeladen
Het symbool
knippert op het scherm als de batterij wordt opgeladen. Wacht tot het knipperen
A
stopt en druk dan op de ontspanknop.
De cameratemperatuur is verhoogd
De camera kan zichzelf uitschakelen als de interne temperatuur na langdurig gebruik stijgt.
Verwijder de batterij en wacht totdat de interne temperatuur voldoende gedaald is om de camera
weer te gebruiken. De camera kan ook warm aanvoelen tijdens gebruik, maar dit duidt niet op een
storing.
Kan niet scherpstellen
De camera kan niet scherpstellen op onderwerpen die te dicht bij de camera staan of die niet
geschikt zijn voor automatisch scherpstellen (het AF-bevestigingsteken knippert op het scherm).
Vergroot de afstand tot het onderwerp of stel scherp op een onderwerp met veel contrast op
dezelfde afstand van de camera als het gewenste onderwerp, kadreer de foto en maak de opname.
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met automatisch scherpstellen in de volgende situaties scherp te stellen.
-
Het AF-teken knippert.
Onder de volgende omstandigheden kan de camera niet scherpstellen.
Het onderwerp heeft een laag
contrast
Aangepast menu
g
C
Extreem fel licht in het midden
van het beeld
255
> [Slaapstand] (P.160)
H
Het onderwerp bevat geen
Fotografeertips en -informatie
1
verticale lijnen