• Meet nu de drie noodzakelijke lengtes tussen nulpunt
en de referentiepunten 1 + 2. Zet het meetapparaat op
de referentiepunt van 2 en meet de derde lengte in een
rechte hoek t.o.v. Van het referentiepunt van 3. Houd
u bij de meetvolgorde en de apparaatuitlijning aan de
cijfers in de voorafgaande afbeelding. De lengte L wordt
automatisch berekend en verschijnt in de regel met
resultaten (beneden).
k) Trapeziummeting 2
Deze meetfunctie bepaalt automatisch de lengte van
een object met behulp van twee gemeten punten. De
vastgestelde lengte L wordt in groen beneden op het lcd-
display (8) weergegeven.
• Druk op de knop
van de meetfuncties te gaan.
• Druk op de knop
trapeziummeting 2
met de knop MEAS (4).
30
(3), om naar de instellingssequentie
+ (9) of de knop
te selecteren en bevestig uw keuze
- (12), om de