e_kb494.book Page 78 Wednesday, February 3, 2010 10:30 AM
• Kleurverzadiging, contrast, scherpte, witbalans, e.d. worden
automatisch op de optimale waarde voor de geselecteerde
stand ingesteld, behalve bij de opnamestanden R, A, C,
c, N, X en F.
• Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar of werken
niet volledig, afhankelijk van de geselecteerde opnamestand.
Zie "Beschikbare functies voor elke opnamefunctie" (p.258)
voor bijzonderheden.
Functie Gezichtsherkenning
3
Wanneer de camera in het beeld
het gezicht van een persoon detecteert,
wordt door de functie Gezichtsherkenning
rondom het gezicht op het scherm
een geel gezichtsherkenningskader
weergegeven, scherpgesteld
(Gezichtsherkenning voor AF)
en de belichting gecorrigeerd
(Gezichtsherkenning voor belichting).
Als het onderwerp in het
gezichtsherkenningskader beweegt,
beweegt het kader mee en verandert het
van grootte terwijl het het gezicht volgt.
De functie Gezichtsherkenning kan
maximaal 32 gezichten herkennen.
Wanneer meerdere gezichten worden
herkend, wordt een geel scherpstelkader
over het belangrijkste gezicht
geprojecteerd, en witte kaders over
de andere gezichten. Er kunnen maximaal
31 kaders worden weergegeven, inclusief
het hoofdkader en witte kaders (maximaal
30 in de stand Portret vanaf middel).
78
38
Gezichtsherkenningskader
Als meerdere gezichten
worden herkend
38
Hoofdkader
Wit kader