•
Naar datum / tijd: Klik op de startdatum / einddatum en kies Startdatum /
Starttijd en Einddatum / Eindtijd.
Gedetailleerde informatie over alarmen
Klik op het symbool
Met weergave van de gedetailleerde informatie wordt de alarmmelding /
systeemwaarschuwing gekenmerkt als "gelezen" en de alarmteller teruggezet.
Klik op de knop Alle kenmerken als gelezen om alle alarmmeldingen te
kenmerken als "gelezen".
10.2 Alarminstellingen
Alarminstellingen aanmaken en weergeven
•
Klik op de knop + Nieuwe alarminstelling om een nieuwe alarminstelling
aan te maken.
Reeds bestaande alarminstellingen worden weergegeven onder de knop.
•
Klik op de titel van een alarminstelling om deze weer te geven.
Weergegeven alarminstelling configureren en bewerken
De volgende instellingen kunnen gedefinieerd en bewerkt worden:
•
Titel: Benaming van de alarminstelling (verplicht veld).
•
Meetpunten: Groep meetpunten / Meetpunt, die / dat bewaakt moet
worden. Klik op het controlehokje voor de groep meetpunten / het
meetpunt.
•
Alarmgrenswaarde 1 en 2: verscheidene grenswaardebereiken die voor
verschillende periodes kunnen worden gedefinieerd.
•
Onderste grens, Bovenste grens: zijn waarden die moeten worden
bewaakt.
•
Vertraging van het alarm: Minimum duur van een over-/onderschrijding
van een grenswaarde, voordat er een alarmering wordt gegeven.
De tijdsintervallen tussen de metingen (meetpuls) moeten korter zijn
dan de vertraging van het alarm (bijv.: meetpuls = 5 minuten, vertraging
van het alarm = 15 minuten).
•
Tijdsturing: Definieer hier individuele alarmperiodes voor de
alarmgrenswaarden 1 en 2, of dat er geen alarmgrenswaarde moet gelden.
Om de alarmgrenswaarde 1 en 2 vast te leggen dubbelklikt u op een tijdstip
in de tabel of u trekt de gewenste tijdspanne met de muis omhoog. In
periodes die in de tabel vrij worden gelaten, ontvangt u geen alarmering.
Wanneer er geen alarmperiodes worden gedefinieerd, dan zijn de
alarmgrenzen 24 uur per dag actief.
om meer informatie weer te geven.
21