WASSEN
U kunt alle moderne wasmiddelen ge-
bruiken die geschikt zijn voor wasauto-
maten. De gebruiks- en doseeraanwij-
zingen vindt u op de verpakking van
het wasmiddel.
De dosering hangt af van:
– de mate waarin het wasgoed vuil is
licht bevuild
Geen zichtbaar vuil en geen zichtba-
re vlekken. De kledingstukken geven
bijv. een transpiratiegeur af.
normaal bevuild
Zichtbaar vuil en / of enkele zichtba-
re lichte vlekken.
sterk bevuild
Duidelijk zichtba(a)r(e) vuil en / of
vlekken.
– de hoeveelheid wasgoed (neem de
aanbevolen hoeveelheid in acht).
– de waterhardheid
Als u de waterhardheid niet kent,
kunt u inlichtingen inwinnen bij uw
waterdistributiemaatschappij.
34
Waterhardheid
Hardheid
Totale hard-
heid in mmol/l
I (zacht)
II (medium)
1,5 - 2,5
III (hard)
hoger dan 2,5
Onthardingsmiddel
Om wasmiddel te sparen kunt u een
onthardingsmiddel toevoegen aan wa-
ter met hardheid II en III. De juiste do-
sering daarvan vindt u op de verpak-
king terug. Doe eerst het wasmiddel en
dan pas het onthardingmiddel in de
lade.
Het wasmiddel kunt u dan doseren zo-
als voor water met hardheid I.
Combinaties
Gebruikt u verschillende middelen,
voeg die dan in de volgorde hieronder
toe in het vakje j:
1. Wasmiddel
2. Onthardingsmiddel
3. Vlekkenmiddel
Zo worden de middelen beter opgeno-
men.
Duitse
hardheid °dH
0 - 1,5
0 - 8,4
8,4 - 14
hoger dan 14