12 Opsporen en verhelpen van storingen
12.3
Problemen op basis van
symptomen oplossen
12.3.1
Symptoom: De unit verwarmt NIET zoals
verwacht
Mogelijke oorzaken
De temperatuurinstelling is NIET
juist
Er is te weinig water- of
pekelstroming
Het watervolume in de installatie
is te laag
Uitgebreide handleiding voor de installateur
68
Wat te doen
Controleer de
temperatuurinstelling op de
afstandsbediening. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing.
Controleer de volgende zaken:
▪ Alle afsluiters van het water- of
pekelcircuit
staan
volledig
open.
▪ De
waterfilter
is
schoon.
Reinig deze indien nodig.
▪ Er
zit
geen
lucht
in
het
systeem.
Ontlucht
indien
nodig.
U
kunt
handmatig
ontluchten
(zie
"9.3.1
Handmatig
ontluchten" op pagina
62) of
de functie voor automatisch
ontluchten
gebruiken
(zie
"9.3.2
Automatisch
ontluchten" op pagina
63).
▪ De waterdruk is >1 bar.
▪ Het
expansievat
is
NIET
gebarsten of defect.
▪ De
weerstand
in
het
watercircuit is NIET te hoog is
voor de pomp.
Indien het probleem nog steeds
aanwezig is nadat u alle
hierboven beschreven punten
hebt gecontroleerd, neem dan
contact op met uw dealer. In
sommige gevallen is het normaal
dat de unit beslist om een laag
waterdebiet te gebruiken.
Controleer of het watervolume in
de installatie boven de vereiste
minimumwaarde is (zie
"6.3.3 Het watervolume van het
ruimteverwarmingscircuit en het
pekelcircuit controleren" op
pagina
21).
12.3.2
Symptoom: De compressor start NIET
(ruimteverwarming of verwarming van het
tapwater)
Mogelijke oorzaken
De unit moet buiten zijn
werkingsgebied opstarten (de
watertemperatuur is te laag)
De instellingen van de
elektrische voeding met voorkeur
kWh-tarief en de elektrische
aansluitingen stemmen NIET
overeen
Het signaal voor voorkeur kWh-
tarief werd gestuurd door de
elektriciteitsmaatschappij
12.3.3
Symptoom: De pomp maakt lawaai
(cavitatie)
Mogelijke oorzaken
Er zit lucht in het systeem
De druk aan de pompinlaat is te
laag
Wat te doen
Als de watertemperatuur te laag
is, gebruikt de unit eerst de back-
upverwarming om de
minimumwatertemperatuur
(15°C) te bereiken.
Controleer de volgende zaken:
▪ De elektrische voeding van de
back-upverwarming
is
juist
bedraad.
▪ De thermische veiligheid van
de back-upverwarming wordt
NIET geactiveerd.
▪ De schakelcontacten van de
back-upverwarming zijn NIET
gebroken of defect.
Indien het probleem nog steeds
aanwezig is nadat u alle
hierboven beschreven punten
hebt gecontroleerd, neem dan
contact op met uw dealer.
Dit zou moeten overeenstemmen
met de aansluitingen zoals
uitgelegd in
"6.4 De elektrische
bedrading voorbereiden" op
pagina 23
en
"7.6.4 De
hoofdvoeding aansluiten" op
pagina
34.
Wacht tot er weer stroom is
(max. 2 uur).
Wat te doen
Ontlucht handmatig (zie
"9.3.1 Handmatig ontluchten" op
pagina
62) of gebruik de functie
voor automatisch ontluchten (zie
"9.3.2 Automatisch
ontluchten" op pagina
63).
Controleer de volgende zaken:
▪ De druk is >1 bar.
▪ De
manometer
is
niet
gebroken of defect.
▪ Het
expansievat
is
niet
gebarsten of defect.
▪ De voordrukinstelling van het
expansievat is correct (zie
"6.3.4 De voordruk van het
expansievat
wijzigen"
op
pagina
22).
RGSQH10S18AA9W
Geothermische ROTEX HPU
4P374245-1 – 2014.03