Navigeren met Peil en ga
U kunt het toestel op een object in de verte richten, de richting vergrendelen en vervolgens naar het object
navigeren.
1 Selecteer Peil en ga.
2 Richt het toestel op een object.
3 Selecteer Zet richting vast > Stel koers in.
4 Navigeer met behulp van het kompas.
Kompasinstellingen
Selecteer op het kompas MENU.
Peil en ga: Hiermee kunt u het toestel op een object in de verte richten en navigeren met het object als
referentiepunt
(Navigeren met Peil en ga, pagina
Navigatie stoppen: Hiermee stopt u de navigatie van de huidige route.
Wijzig dashboard: Hiermee wijzigt u het thema en de informatie die op het dashboard wordt weergegeven.
Stel schaal in: Hiermee stelt u de schaal in voor de afstand tussen punten op de koersafwijkingsindicator.
Kalibreer kompas: Hiermee kunt het kompas kalibreren als uw kompas onregelmatigheden vertoont,
bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme temperatuurschommelingen
kalibreren, pagina
10).
Stel voorliggende koers in: Hiermee kunt u de instellingen voor de kompaskoers aanpassen
pagina
10).
Wijzig gegevensvelden: Hiermee past u de gegevensvelden van het kompas aan.
Standaardinstellingen: Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen van het kompas.
Het kompas kalibreren
Voordat u het elektronisch kompas kunt kalibreren, moet u buiten zijn en uit de buurt van objecten die invloed
hebben op magnetische velden, zoals auto's, gebouwen of elektriciteitskabels.
Het toestel is voorzien van een elektronisch kompas met drie assen. Kalibreer het kompas nadat u lange
afstanden hebt afgelegd, als u de batterijen hebt vervangen of in geval van temperatuurschommelingen.
1 Selecteer op de kompaspagina MENU.
2 Selecteer Kalibreer kompas > Start.
3 Volg de instructies op het scherm.
Koersinstellingen
Druk vanuit het kompas op MENU en selecteer Stel voorliggende koers in.
Scherm: Hiermee selecteert u het type koersweergave van het kompas.
Noordreferentie: Hiermee stelt u de noordreferentie van het kompas in.
Ga naar lijn/wijzer: Hiermee stelt u het gedrag van de wijzer op de kaart in. Peiling wijst in de richting van uw
bestemming. Koers toont uw relatie tot de koerslijn die naar de bestemming leidt.
Kompas: Selecteer Auto om over te schakelen van een elektronisch kompas naar een GPS-kompas als u zich
gedurende een bepaalde periode met grotere snelheid verplaatst.
Kalibreer kompas: Hiermee kunt het kompas kalibreren als uw kompas onregelmatigheden vertoont,
bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme temperatuurschommelingen
kalibreren, pagina
10).
Tripcomputer
De tripcomputer geeft uw huidige snelheid, de gemiddelde snelheid, de tripteller en andere statistische
gegevens weer. U kunt de indeling van de tripcomputer, het dashboard en de gegevensvelden aanpassen.
10
10).
(Het kompas
(Koersinstellingen,
(Het kompas
De hoofdpagina's gebruiken