Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Handmatig Internetinstellingen Toevoegen; Wi-Fi - Sony Xperia T2 Ultra dual Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Xperia T2 Ultra dual:
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen voor internet en berichten downloaden
Tik in het Startscherm op
1
Ga naar en tik op Instellingen > Meer... > Internetinstellingen.
2
Selecteer de simkaart of simkaarten waarvoor u instellingen voor internet en
3
berichten wilt downloaden.
Tik op Accepteren.
4

Handmatig internetinstellingen toevoegen

Tik in het Startscherm op
1
Ga naar en tik op Instellingen > Meer... > Mobiele netwerken.
2
Selecteer de simkaart waarvoor u de APN-instellingen wilt configureren.
3
Tik op Namen toegangspunten >
4
Tik op Naam en vul de naam in voor het netwerkprofiel dat u wilt maken.
5
Tik op APN en vul de naam van het toegangspunt in.
6
Vul alle overige informatie in die vereist is door uw netwerkaanbieder.
7
Als u klaar bent, tikt u op , en vervolgens op Opslaan.
8
De huidige APN weergeven
Sleep de statusbalk omlaag en tik vervolgens op
1
Ga naar en tik op Meer... > Mobiele netwerken.
2
Selecteer de SIM-kaart waarvoor u het APN wilt weergeve.
3
Tik op Namen toegangspunten.
4
Als er meerdere verbindingen beschikbaar zijn, wordt de actieve netwerkverbinding
aangegeven met een geselecteerd keuzerondje.
Alle instellingen voor internet en berichten verwijderen
Tik in het Startscherm op
1
Ga naar en tik op Instellingen > Meer... > Mobiele netwerken.
2
Selecteer de simkaart waarvoor u de instellingen wilt resetten.
3
Tik op Namen toegangspunten en vervolgens op .
4
Tik op Standaardinstellingen. Alle internet- en berichtinstellingen worden
5
verwijderd.
Wi-Fi®
Gebruik Wi-Fi®-verbindingen om op internet te surfen, applicaties te downloaden of e-
mails te versturen en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een Wi-
Fi®-netwerk, onthoudt uw apparaat het netwerk en maakt hier de volgende keer als u
in de buurt bent automatisch verbinding mee.
Sommige Wi-Fi®-netwerken vereisen dat u inlogt bij een webpagina voordat u
toegang krijgt. Neem contact op met de betreffende Wi-Fi®-netwerkbeheerder voor
meer informatie.
De signaalsterkte van Wi-Fi®-netwerken kan variëren. Door dichter naar het Wi-Fi®-
toegangspunt te gaan, wordt de signaalsterkte verhoogd.
Beschikbare Wi-Fi®-netwerken kunnen open of beveiligd zijn:
Open netwerken worden aangeduid met
Beveiligde netwerken worden aangeduid met
netwerk.
Sommige Wi-Fi®-netwerken worden niet weergegeven in de lijst met beschikbare netwerken
omdat ze hun netwerknaam (SSID) niet uitzenden. Als u de naam van het netwerk kent, kunt u
het handmatig toevoegen aan uw lijst met beschikbare Wi-Fi®-netwerken.
Wi-Fi® inschakelen
Tik vanaf het Startscherm op
1
Ga naar en tik op Instellingen.
2
Sleep de schuif naast Wi-Fi naar rechts om de functie Wi-Fi® in te schakelen.
3
Het kan een paar seconden duren voordat Wi-Fi® is ingeschakeld.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
.
.
.
.
naast de naam van het Wi-Fi®-netwerk.
naast de naam van het Wi-Fi®-
.
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

D5322

Inhoudsopgave