Het maken van beelden met uw favoriete instellingen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
•
Zet de drive-modus op [
Zet de [OPNAME] modus op [
•
Raadpleeg voor details de instelling van de [OPNAME] modus P30.
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
A Lensopening
B Sluitertijd
•
De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
weergegeven (het zal rood knipperen als de correcte
belichting niet bereikt wordt, tenzij de flitser ingesteld
is).
•
U zult geen foto's kunnen maken zolang de
scherpte niet ingesteld is, omdat
[FOCUSPRIORITEIT]
staat.
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
•
Het toegangslampje licht
beelden op de kaart worden opgenomen.
Aantekening
•
"
Ga naar
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
"
Menu
(P142)
voor informatie over het wijzigen van de instelling tijdens het maken van
opnamen.
•
De sluitersnelheid wordt in de volgende gevallen automatisch tussen 30 seconden en 1/4000
van een seconde ingesteld.
–
Wanneer de [GEVOELIGHEID] ingesteld is op [ISO100].
–
Als de openingswaarde op F2.5 gezet is [wanneer de verwisselbare lens (H-H014) bevestigd is].
–
Als de openingswaarde op F3.5 gezet is [wanneer de verwisselbare lens (H-FS014042)
bevestigd is].
Basiskennis
(AE-programmafunctie)
] door op 4(
) te drukken.
(P144)
aanvankelijk op [ON]
(P25)
rood op wanneer er
- 34 -
].
AB
"
"
(P129)
of
Gebruik van het [VOORKEUZE]