11. DriverCard status controleren
In de DriverCard zit een geïntegreerde LED, waarmee je de status van de kaart makkelijk kunt
controleren. Staat de DriverCard aan, dan stuurt deze elke drie seconden een identificatiecode,
waarbij de LED even kort knippert. Druk je op de knop van de DriverCard, dan zal de LED fel gaan
branden. Let op: doe dit alleen met ingeschakeld contactslot of buiten bereik van de auto, anders
wordt het alarm ingeschakeld. Als de LED van de DriverCard niet knippert, staat de DriverCard uit
of is de interne batterij leeg.
12. DriverCard aan- of uitzetten
Druk één keer kort op de knop van de DriverCard om deze aan te zetten. De LED gaat even branden.
De DriverCard staat nu aan en knippert elke drie seconden even kort. Houd de knop minimaal tien
seconden ingedrukt om de DriverCard uit te zetten. Als de DriverCard is uitgeschakeld, blijft de
startblokkering in de auto actief. Wordt de auto lange tijd niet gebruikt (parkeren of vakantie), dan is
het beter om DriverCard uit te schakelen. Dat geldt ook voor de reserve DriverCard: zet deze altijd uit
om batterij te besparen.
Om batterij te besparen, is het beter de reserve DriverCard uit te schakelen.
9