Onderhoud
De spuitkanaaltjes van de
printkop en de resterende
hoeveelheid inkt controleren
Als uw kopieën opeens vager worden of als er
puntjes in de gekopieerde afbeelding ontbreken,
controleert u eerst de spuitkanaaltjes van de
printkop. U kunt ook controleren hoeveel inkt elke
cartridge nog bevat.
Om de spuitkanaaltjes van de printkop en de
resterende hoeveelheid inkt te controleren via het
bedieningspaneel gaat u als volgt te werk.
1.
Zorg ervoor dat de papiertoevoer papier van
A4-formaat bevat.
2.
Zorg ervoor dat het apparaat uitstaat.
3.
Druk op de knop P Aan terwijl u de knop
ingedrukt houdt. Het apparaat wordt aangezet
en er wordt een testpatroon afgedrukt.
4.
Controleer de afdruk. De afdruk bevat het
testpatroon en het percentage inkt dat er nog in
elke cartridge aanwezig is. In onderstaande
illustraties wordt getoond wanneer de printkop
moet worden gereinigd.
Goed: de printkop hoeft nog niet te worden
gereinigd.
Niet goed: de printkop moet worden gereinigd.
De werkelijke afdrukken worden afgedrukt in kleur
(CMYK).
Als het spuitkanaaltjespatroon niet goed is, is er iets
mis met het apparaat. Mogelijk is er sprake van een
verstopt spuitkanaaltje of een onjuist uitgelijnde
printkop. Raadpleeg de volgende twee gedeelten
voor het oplossen van deze problemen.
De printkop reinigen
Als het spuitkanaaltjespatroon vaag is of als er
puntjes in de afdruk ontbreken, kunt u proberen het
probleem op te lossen door de printkop te reinigen,
zodat de inkt weer op de juiste wijze door de
spuitkanaaltjes wordt doorgevoerd.
Opmerking:
❏ Bij het reinigen van de printkop wordt zowel
gekleurde als zwarte inkt gebruikt. Om geen inkt te
verspillen, dient u de printkop alleen te reinigen als
de afdrukkwaliteit afneemt (bijvoorbeeld als de
afdrukken wazig worden of als de kleuren niet kloppen
of ontbreken).
❏ Controleer voordat u de printkop reinigt eerst de
spuitkanaaltjes om te controleren of de printkop
daadwerkelijk moet worden gereinigd. Hierdoor
bespaart u inkt.
❏ Als het inktlampje brandt ten teken dat u een
cartridge moet vervangen of knippert ten teken dat de
inkt bijna op is, kunt u de printkop niet reinigen.
H
Inkt
Vervang in dat geval eerst de betreffende cartridge.
1.
Controleer of het apparaat aanstaat en het
inktlampje niet brandt.
2.
Houd de knop H Inkt drie seconden ingedrukt.
Het reinigen van de printkop wordt gestart en
het lampje Aan begint te knipperen.
c
3.
Wanneer het lampje Aan ophoudt met
knipperen, controleert u de spuitkanaaltjes om
na te gaan of de printkop schoon is. Zie het
vorige gedeelte voor meer informatie.
Opmerking:
❏ Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u
deze procedure vier of vijf keer hebt herhaald, zet
u het apparaat uit en laat u hem een nacht rusten.
Daarna controleert u opnieuw de spuitkanaaltjes
en herhaalt u zonodig het reinigen van de
printkop.
❏ Als de afdrukkwaliteit dan nog te wensen
overlaat, zijn wellicht een of beide cartridges
verouderd of beschadigd en aan vervanging toe.
Zie "Een lege cartridge vervangen" op pagina 11
voor informatie over het vervangen van een
cartridge.
❏ Om een goede afdrukkwaliteit te behouden raden
we u aan om ten minste eenmaal per maand een
paar pagina's af te drukken.
Let op:
Zet het apparaat nooit uit zolang het lampje
Aan knippert. Hierdoor kunt u het apparaat
beschadigen.
Onderhoud
13