Afdrukken met de nieter/stapelaar
Nietfunctie
Met deze functie kunt u een taakdocument of elke set exemplaren nieten. Stel de volgende functies
onder in de printerdriver in, om deze functie te gebruiken.
1. Klik op het Basic Settings (Basisinstellingen) tabblad.
2. Selecteer Staple (Nieten) in deOutput Tray (Uitvoerlade) in de vervolgkeuzelijst.
Opmerking:
❏ Gebruik niet de Collate Number (Setnummer) instelling op de Watermark (Watermerk) en Header/
Footer (Koptekst/voettekst)-functie.
❏ Stel hetzelfde formaat papier in voor het gehele document, het papierformata dient te worden
ondersteund door de nietfunctie.
❏ Selecteer één set voor Copies (Exemplaren) om af te drukken met nietjes in de volgende
omstandigheden:
❏ Bij het afdrukken na het afdrukken van een bestand vanaf de printerdriver.
❏ Bij het direct vanaf een applicatie afdrukken zonder gebruik te maken van de printerdriver die
door Epson is geleverd.
❏ Offset stapelen wordt gebruikt als Staple (Nieten) is geselecteerd.
Offset-functie
Met deze functie kunt u de positie van de afdrukken van kant tot kant verplaatsen zodat u de sets
exemplaren uit elkaar kunt houden. Stel de volgende functies onder in de printerdriver in, om deze
functie te gebruiken.
1. Klik op het Basic Settings (Basisinstellingen) tabblad.
2. Selecteer Offset Stacking (Offset-stapelen) in deOutput Tray (Uitvoerlade) in de
vervolgkeuzelijst.
AL-C500 Series
Gebruikershandleiding
Optionele nieter/stapelaar gebruiken
128