Diensten in één oogopslag
Spraakbediening
Met de dienst Spraakbediening kunnen geselec-
teerde functies in het Porsche Communication Ma-
nagement (PCM) met spraak worden bediend. De
dienst Spraakbediening is niet in alle talen en mark-
ten beschikbaar.
De spraakuitvoer kan worden onderbroken om nog
meer spraakcommando's uit te spreken. Spraakon-
derbreking in het PCM activeren/deactiveren:
e
e Systeeminstellingen e Spraakbedie-
SET
ning e Spraakbediening onderbreken kiezen.
Spraakbediening oproepen
Beperkte spraakherken-
WAARSCHUWING
ning
De stem kan in stresssituaties veranderen. Dit kan er-
toe leiden dat de gewenste telefoonverbinding even-
tueel niet of niet snel genoeg tot stand komt.
e
Gebruik in noodgevallen geen spraakbediening.
e
Voer het alarmnummer in via het PCM.
Afb. 13: Spraakbedieningstoets op de hendel
28
Spraakbediening activeren
b Contact ingeschakeld.
b Er wordt geen telefoongesprek gevoerd.
b De parkeerhulp is niet actief.
1. Druk toets
op de hendel kort in.
Er klinkt een stijgend signaal en het symbool
voor de spraakbediening verschijnt in het
PCM.
2. Spraakcommando uitspreken.
Spraakbediening deactiveren
b Spraakbediening actief.
e
Druk toets
op de hendel in.
Er klinkt een dalend geluidssignaal.
Informatie
Het gesprek kan door het tikken op het microfoon-
pictogram
worden onderbroken en door opnieuw
tikken worden hervat.
Verdere functies van de spraakbedieningstoets
Met de toets
op de hendel kunnen afhankelijk
van de toepassing verschillende functies worden op-
geroepen:
–
Slaat door kort indrukken een lopende melding.
–
Door kort indrukken wordt een lopende dialoog
afgebroken.
–
Door langer op de toets te drukken, wordt de
spraakherkenning Siri® geactiveerd.
Informatie
−
Navigatiemeldingen en verkeersberichten wor-
den tijdens een dialoog niet doorgegeven.
−
Bij een actieve spraakbediening kunnen lijstver-
meldingen via de spraakbediening, via de draai-
drukknop of via het touchdisplay worden gese-
lecteerd.
−
Als het spraakcommando niet wordt begrepen,
reageert de spraakbediening met de vraag Wat
zegt u? Het spraakcommando kan dan opnieuw
worden uitgesproken.
Instructies voor de communicatie met de spraakbe-
diening
Let bij de spraakbediening op de volgende punten:
–
Spreek helder, duidelijk en met een normaal vo-
lume.
–
Spreek spraakcommando's gelijkmatig en zonder
lange pauzes uit.
–
Spreek niet wanneer de spraakbediening een
melding geeft.
–
Maak zo min mogelijk storende geluiden, bijvoor-
beeld door het sluiten van portieren, ruiten en
het schuifdak.
–
Spreek commando's alleen uit als bestuurder,
omdat de microfoon naar de kant van de be-
stuurder is gericht.