AF-doelselectie passend bij
camera-oriëntatie
MENU
G
K
U kunt de camera zo configureren dat de AF-doelpositie en de AF-doelmodus
automatisch worden aangepast aan de camerastand landschap (breed) of portret
(hoog). Door het draaien van de camera wijzigt de compositie en dus ook de positie
van het onderwerp in het kader. De camera kan de AF-doelmodus en de AF-doelpositie
die bij een camerastand horen, afzonderlijk opslaan n. Als deze optie actief is, kunt u
[N Home instellen] (Blz. 207) gebruiken om aparte home-posities voor landschap
en voor portret op te slaan.
Kies afzonderlijke AF-doelmodi (bijv. alle, klein of groep) voor
AF-doelmodus
landschaps- en portretoriëntaties.
AF-richtpunt
Kies afzonderlijke AF-doelmodi voor landschaps- en portretoriëntaties.
1
Markeer [K Oriëntatie verb. met N] in G
Aangepast menu K en druk op I op de
pendelknop.
2
Markeer een instelling die u afzonderlijk wilt opslaan
en druk op de knop Q.
• De geselecteerde items worden gemarkeerd met een
vinkje (v).
Druk herhaaldelijk op de knop MENU om te sluiten als de instellingen zijn
3
afgerond.
• Druk meerdere keren op de MENU-knop om de menu's af te sluiten.
4
Kies de AF-doelmodus of -doelpositie met de camera eerst in de ene
oriëntatie en dan in de andere.
• Er worden aparte instellingen opgeslagen voor de oriëntatie landschap, de oriëntatie
portret met de camera naar rechts gedraaid en de oriëntatie portret met de camera
naar links gedraaid.
[K Oriëntatie verb. met N]
(K Oriëntatie verb. met N)
Modusinstellingen
A1
1
A2
A2
AF-meetgebied
2
A3
Voorinstelling
A4
Scherminst. selecteren
B1
Loop-instellingen
B2
Modi-inst. voor doelgeb.
C1
C2
Oriëntatie verb. met N
Terug
K Oriëntatie verb. met N
AF-doelmodus
AF-richtpunt
Terug
A2. AF/MF
Aan1
Instellen
NL
4
211