Toner Save Mode (Tonerbesparing)
Hiermee geeft u op of u al dan de tonerbesparingsmodus wilt
gebruiken bij het afdrukken. Als Tonerbesparing is ingeschakeld,
verbruikt de printer ongeveer 50 % minder toner dan normaal.
De opties zijn On (Aan) en Off (Uit).
Image Protect (Behoud afb.)
Met deze instelling bepaalt u of u compressie met gegevensverlies
wilt gebruiken als er tijdens het afdrukken geheugentekort
ontstaat. De opties zijn On (Aan) en Off (Uit). Als Image Protect
is ingesteld op On, wordt geen compressie met gegevensverlies
gebruikt. Als de functie is ingesteld op Off, wordt compressie met
gegevensverlies gebruikt als tijdens het afdrukken een
geheugentekort ontstaat.
Start page (Startpagina)
Hier geeft u op of eerst op de voor- of op de achterzijde van de
pagina moet worden afgedrukt. De opties zijn Front (Voor) en
Back (Achter). Als u Back selecteert, blijft de eerste pagina leeg.
Deze instelling is alleen beschikbaar als Print on Both Sides
(Dubbelzijdig afdrukken) is geselecteerd.
Separations (Kleurscheidingen)
Met deze instelling kunt u de kleur selecteren voor het afdrukken
van kleurscheidingen. De opties zijn None (Geen), Cyan
(Cyaan), Magenta (Magenta), Yellow (Geel) en Black (Zwart).
Instellingen op het tabblad Job Settings
Quick Print Job (Snelafdruk)
Re-Print Job (Taak opnieuw afdrukken)
Hiermee geeft u op of de printer een afdruktaak opnieuw moet
afdrukken. De opties zijn On (Aan) en Off (Uit).
Verify Job (Afdruktaak controleren)
Hiermee geeft u op of een afdruktaak moet worden
gecontroleerd. De opties zijn On (Aan) en Off (Uit).
Printerdriver gebruiken in Windows
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
97