Opnamefuncties
Opnamefuncties
Opnamefuncties
Belichtingscompensatie/-vergrendeling
Belichtingscompensatie
De camera stelt automatisch de belichting in aan de hand van de
gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie
van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of
lager is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen. De
belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera
geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan
±3 EV.
Om de belichtingswaarde in te stellen, drukt u op [I], en draait
u vervolgens de navigatieknop. U kunt de belichtingswaarde ook
aanpassen door op [f] te drukken en EVC (Exposure Value
Compensation; belichtingscorrectie) te selecteren.
U kunt de belichtingswaarde controleren aan de hand van de positie van
de belichtingsniveau-indicator.
Belichtingswaarschuwing
Standaardbelichtingsindicator
Afgenomen belichting
(donkerder)
Belichtingsniveau-
indicator
Toegenomen belichting
(helderder)
-2
Origineel
+2
85 85