3.7
• Machines mogen uitsluitend door personen van de bovengenoemde doel-
• De wettelijk voorgeschreven minimumleeftijd moet gerespecteerd worden.
03_Sicherheit_nl.fm - 1.0 - 4.3.20
Bediening
groepen (Zie hoofdstuk "Bepaling van de doelgroepen", (zie pagina 7)) be-
stuurd of onderhouden worden. Ze moeten door de gebruiker zijn
aangewezen voor het besturen en onderhouden van de machine.
Activeer de bedieningsinrichtingen alleen vanuit de bestuurdersstoel.
Gebruik bij het instappen, betreden, verlaten van de machine de daarvoor
voorziene handgrepen, relingen, treden en standplaatsen of de gepaste
hulpmiddelen (bijv. ladder of opstapje). Houd bij het instappen en verlaten
van de machine steeds op drie punten contact.
Vergrendel de bestuurdersdeur in geopende toestand, voor instappen, betre-
den en bij het verlaten van de cabine.
Sluit alle deuren of vergrendel deze in geopende toestand tegen onbedoeld
dichtslaan.
Gebruik voor het openen en sluiten van deuren, ramen, kappen en deksels
de daarvoor voorziene handgrepen.
Zorg ervoor dat de bestuurdersplaats, handvaten, treden en loopvlakken van
de machine vrij van vuil, vet, olie, ijs en sneeuw zijn.
De omgeving van de plaats van inzet dient voldoende zichtbaar te zijn.
Rij bij onvoldoende zicht steeds met de hulp van een seiner en zorg ervoor
dat de seiner zich steeds in uw gezichtsveld bevindt.
Draag tijdens de werken steeds de veiligheidsgordel en hou voldoende af-
stand van de omgeving.
Zet de motor uit alvorens de machine te verlaten.
TL80
3
Veiligheid
31 / 334
50