Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alarmen; Cijferinstellingen Van Het Echolood; Systeeminstellingen; Maateenheden Instellen - Garmin echo 200 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor echo 200 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

OPMERKING: Als u ruisonderdrukking op één pagina instelt,
geldt die instelling voor alle pagina's.
OPMERKING: Als u ruisonderdrukking op de pagina Gesplitste
frequentie wilt instellen, moet u elke frequentie apart instellen.
1
Selecteer MENU > Stel in > Echoloodinstelling >
Ruisonderdrukking.
2
Stel het ruisonderdrukkingsniveau in.
Oppervlakteruis verbergen
U kunt instellen of u de echoloodsignalen nabij het
wateroppervlak wilt weergeven of verbergen. Als u
oppervlakteruis verbergt, wordt de schermweergave
overzichtelijker.
OPMERKING: Als u de oppervlakteruis op één pagina
weergeeft of verbergt, geldt die instelling voor alle pagina's.
Selecteer MENU > Stel in > Echoloodinstelling >
Oppervlakteruis > Verberg.
Het contrast aanpassen
U kunt het bereik en de intensiteit van de kleuren instellen door
de helderheid en het contrast van DownVü transducers aan te
passen.
Met de contrastknoppen stelt u de kleuren in voor doelen met
hoge intensiteit en ruis met lage intensiteit. Een hoge
contrastinstelling geeft een groter verschil in kleur tussen ruis
en doelen. Een lage contrastinstelling heeft meer middentinten.
1
Selecteer MENU > Contrast.
2
Gebruik de schuifregelaar om het contrast te verhogen of te
verlagen.
De kleurintensiteit aanpassen
De helderheid bepaalt de intensiteit van de kleuren. Een hogere
waarde voor de helderheid maakt doelen gemakkelijker te zien
door een hogere kleurintensiteit. Een lagere waarde voor de
helderheid verbergt achtergrondruis door een lagere
kleurintensiteit.
1
Selecteer MENU > Helderheid.
2
Selecteer een handmatige waarde of selecteer een optie:
• Als u automatisch zwakkere echoloodresultaten met
hogere gevoeligheid en meer ruis wilt instellen, selecteert
u Auto-Hoog.
• Als u automatisch echoloodresultaten met gemiddelde
gevoeligheid en gemiddelde ruis wilt instellen, selecteert u
Auto-Middel.
• Als u automatisch echoloodresultaten met lagere
gevoeligheid en minder ruis wilt instellen, selecteert u
Auto-Laag.

Alarmen

Selecteer MENU > Stel in > Alarmen.
Accu: Gaat af wanneer de accuspanning een opgegeven
minimumvoltage bereikt.
Diep water: Gaat af wanneer de waterdiepte groter is dan de
opgegeven diepte.
Drift: Gaat af wanneer de dieptewisselingen op uw huidige
locatie groter zijn dan de opgegeven diepte.
Vis: Gaat af wanneer het toestel en zwevend doel detecteert.
laat het alarm afgaan wanneer vissen van elke
grootte worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer middelgrote of
grote vissen worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer grote vissen
worden gedetecteerd.
Ondiep water: Gaat af wanneer de waterdiepte kleiner is dan
de opgegeven diepte.

Kalibratie

Watertemperatuur: Gaat af wanneer de watertemperatuur
meer dan ± 1,1 °C (± 2 °F) afwijkt. Alarminstellingen worden
opgeslagen wanneer het toestel wordt uitgeschakeld.
OPMERKING: U moet het toestel aansluiten op een
transducer met temperatuursensor om dit alarm te kunnen
gebruiken.

Cijferinstellingen van het echolood

U kunt instellen welke numerieke waarden worden
weergegeven op de pagina Volledig scherm, de pagina
Splitszoom en de pagina Gesplitste frequentie. Het is mogelijk
de grootte van de cijfers aan te passen.
Selecteer MENU > Stel in > Cijfers echolood.
Accu: Geeft de accuspanning weer.
Cijfergrootte: Hiermee kunt u de cijfergrootte instellen.
Tripteller: Geeft de kilometerteller weer.
OPMERKING: Het toestel moet worden aangesloten op een
transducer met snelheidswiel om de kilometerteller te
kunnen gebruiken.
Watersnelheid: Geeft de watersnelheid weer.
OPMERKING: Het toestel moet worden aangesloten op een
transducer met snelheidswiel om de watersnelheid te kunnen
weergeven.
Watertemperatuur: Geeft de watertemperatuur weer.
OPMERKING: Het toestel moet zijn aangesloten op een
transducer met temperatuursensor om de watertemperatuur
te kunnen weergeven.

Systeeminstellingen

Selecteer MENU > Stel in > Systeem.
Taal: Hiermee stelt u taal van de tekst op het scherm in.
Systeeminformatie: Hiermee kunt u informatie over de
software weergeven.

Maateenheden instellen

Selecteer MENU > Stel in > Eenheden.
Diepte: Stelt de maateenheid voor diepte in op voet (vt), meters
(m), of vadem (vdm).
Afstand: Stelt de maateenheid voor afstand in.
Temperatuur: Stelt de maateenheid voor temperatuur in op
Fahrenheit (°F) of Celsius (°C).
OPMERKING: U hebt een transducer met
temperatuurmeting nodig om de temperatuur weer te geven.
Watersnelheid: Stelt de maateenheid voor de watersnelheid in.
OPMERKING: U hebt een transducer met
watersnelheidsmeting nodig om de watersnelheid weer te
geven.

De fabrieksinstellingen herstellen

OPMERKING: Tijdens deze procedure worden alle gegevens
verwijderd die u hebt ingevoerd.
1
Selecteer MENU > Stel in > Systeem > Systeeminformatie
> Fabrieksinstellingen.
2
Selecteer een optie.
Kalibratie

De kielcorrectie instellen

U kunt een kielcorrectie invoeren om de oppervlaktemeting voor
de diepte van een kiel te compenseren, zodat de diepte kan
worden gemeten vanaf de onderkant van de kiel in plaats van
vanaf de locatie van de transducer.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Echo 300 seriesEcho 500 series

Inhoudsopgave