AANPASSING HELDERHEID
11
DISPLAY-LAMP
De helderheid van de display-lamp verminderen of de lamp uitschakelen.
1. Houd
3 seconden ingedrukt tot het helderheidsniveau (
of
) op de LCD van de afstandsbediening wordt getoond, en laat de knop los.
2. U kunt de helderheid op 4 niveaus aanpassen door op
te drukken.
Daling
LCD
Bedieningsdisplay
afstandsbediening
Lamp brandt op volle helderheid
Lamp brandt op 50% van de helderheid
Lamp brandt op 50% van de helderheid en de
bedieningslamp is uitgeschakeld.
Alle lampen zijn uitgeschakeld.
• In de voorbeelden van
en
brandt de lamp 5 seconden en gaat daarna uit.
TIJDELIJK WERKING
12
Wanneer de afstandsbediening zoek is of de batterijen
leeg zijn
• Met een druk op de RESET knop kan het toestel
aan en uit worden geschakeld zonder gebruik te
maken van de afstandsbediening.
• De bedrijfsmodus wordt op AUTOMATICbedrijf
ingesteld, de ingestelde temperatuur is 24°C en de
snelheid van de ventilator staat op automatisch.
AUTOMATISCHE HERSTART
13
Om de airconditioning automatisch te herstarten na een stroomuitval (Toestel
moet zijn aangeschakeld.)
Instelling
1. Houdt de RESET-toets op de binneneenheid 3 seconden ingedrukt, om de
bedrijfsfunctie te starten. (3 pieptonen en het OPERATION-lampje knippert,
gedurende 5 seconden, 5 keer per seconde)
2. Houdt de RESET-toets op de binneneenheid 3 seconden ingedrukt, om de
bedrijfsfunctie te annuleren. (3 pieptonen maar het OPERATION-lampje
knippert niet)
• AUTOMATISCHE HERSTART wordt niet geactiveerd als de ON-timer of
de OFF-timer zijn ingesteld.
ZELFREINIGING (ALLEEN KOELING EN
14
DROGE WERKING)
Om slechte geuren door vocht in de binnenmodule te voorkomen.
1. Wanneer de
knop eenmaal wordt ingedrukt tijdens "Koeling"
of "Droge" werking, blijft de ventilator nog 30 minuten werken waarna
hij automatisch stopt. Hierdoor zal het vocht in de binneneenheid gaan
afnemen.
2. Druk binnen 30 seconden meer dan 2 keer op de
apparaat wilt stoppen.
HANDMATIGE ONTDOOIWERKING
15
Om de warmtewisselaar van de buitenunit te ontdooien tijdens
verwarmingswerking.
Houdt u
5 seconden ingedrukt, waarna de display van de
afstandsbediening gedurende 2 seconden [
weergeven.
Hi POWER
ECO
MODE
SILENT
OFF
,
,
Stijgen
of
Helderheid
100%
50%
50%
Alle
uitgeschakeld
als u het
] als afbeelding 1 zal
ONDERHOUD
16
Schakel eerst de stroomonderbreker uit.
Binnenmodule en afstandsbediening
• Reinig de binnenmodule en de afstandsbediening met een vochtige doek
indien nodig.
• Gebruik geen benzine, thinner, schuurpoeder noch chemisch behandeld
stofdoek.
Luchtfi lters
Om de 2 weken reinigen.
1. Open het luchtinlaatrooster.
2. Verwijder de luchtfi lters.
3. Reinig ze met een stofzuiger of was ze en droog ze.
4. Plaats de luchtfi lters weer en sluit het luchtinlaatrooster.
WERKING EN PRESTATIES
17
1. Beveiligingsfunctie van drie minuten: Voorkomt dat het toestel gedurende
3 minuten kan worden gestart nadat het plots werd herstart of aangeschakeld.
2. Voorverwarming: Laat het toestel 5 minuten opwarmen voor het begint te
verwarmen.
3. Warmeluchtregeling: Wanneer de kamertemperatuur de insteltemperatuur
bereikt, wordt het ventilatortoerental automatisch verlaagd en stopt de
buitenmodule.
4. Automatisch ontdooien: Bij het ontdooien werken de ventilatoren niet.
5. Warmvermogen: Warmte wordt geabsorbeerd van buiten en binnen afgegeven.
Wanneer het buiten te koud is, gebruikt u bij voorkeur een verwarmingstoestel
samen met de airconditioning.
6. Hou rekening met sneeuwophoping: Stel de buitenmodule zo op dat ze niet is
blootgesteld aan ophoping van sneeuw, bladeren of dergelijke.
7. Tijdens het bedrijf van het apparaat is soms een kraakgeluid te horen. Dit is
normaal, daar een kraakgeluid veroorzaakt kan worden door de uitzetting/
krimping van kunststof.
Opmerking: Punt 2 tot 6 voor verwarmingsmodel.
Werkingsvoorwaarden
Temp.
Buitentemperatuur
Functie
Verwarming
-15°C ~ 24°C
Koeling
-15°C ~ 46°C
Droog
-15°C ~ 46°C
STORINGEN VERHELPEN (CONTROLES)
18
Toestel werkt niet.
• De hoofdschakelaar staat af.
• De stroomonderbreker
werd geactiveerd om de
stroomvoorziening te onderbreken.
• Geen stroom.
• ON timer is ingesteld.
A-B SELECTIE AFSTANDSBEDIENING
19
Voor afzonderlijke gebruik van de afstandsbediening voor elke binneneenheid,
voor het geval dat 2 airconditioners dicht bij elkaar geïnstalleerd zijn.
Instelling afstandsbediening B.
1. Druk op de RESET-toets op de binneneenheid om de airconditioner aan te
schakelen.
2. Richt de afstandsbediening op de binneneenheid.
3. Houdt de
toets op de afstandsbediening ingedrukt met de punt van de
stift. "00" verschijnt in de display. (Afbeelding 1)
4. Druk tegelijkertijd op
"00" verdwijnt en de airconditioner schakelt uit. De afstandsbediening
B wordt in het geheugen opgeslagen. (Afbeelding 2)
Opmerking: 1. Herhaal de bovengenoemde stap om de afstandsbediening in te
stellen op A.
2. Voor de afstandsbediening A verschijnt geen "A" in de display.
3. De van fabriekswege ingestelde standaardwaarde van de
afstandsbediening is A.
Kamertemperatuur
Minder dan 28°C
21°C ~ 32°C
17°C ~ 32°C
Gebrekkige koeling of verwarming.
• De fi lters zitten vol stof.
• De temperatuur is niet correct ingesteld.
• Deuren of vensters staan open.
• De luchtuitlaat of –inlaat van de
buitenmodule is afgesloten.
• Het ventilatortoerental is te laag ingesteld.
• Werkingsstand FAN of DRY.
• Functie VERMOGENSELECTIE is
ingesteld op 75% of 50% (Deze functie is
afhankelijk van de afstandsbediening).
en
. "B" verschijnt nu in de display en
EN
ES
FR
IT
DE
PT
PL
CZ
RU
CR
HU
NL
GR
SV
FI
NO
DA
RO
BG
EE
LV
SK
SI
LT