Signaal
Signaal voor het in
en uitschakelen van
de toetsen
Signaal voor de stand
van het programma
24
Het akoestische signaal geeft aan:
- het in en uitschakelen van de
programmaverfijningen (toetsen),
- de stand van het programma
(bijv. start of einde van het programma),
bedieningsfouten en storingen.
q Toets Start indrukken en de programmakiezer op
Bonte was 30 °C zetten. Hierbij de toets Start net
zolang ingedrukt houden tot het signaal te horen
is. De gekozen instelling is in het geheugen
opgeslagen.
i Bij het inschakelen van de programmaverfijningen
klinkt een lang signaal; bij het uitschakelen van de
programmaverfijning is de signaaltoon kort.
De geluidssterkte van het signaal kan niet
gewijzigd worden.
Het in en uitschakelen en de instelling van de
geluidssterkte van het signaal kan vóór het starten
van het programma of na afloop van het programma
plaatsvinden.
q Hiertoe de toets Intensief indrukken en ingedrukt
houden tot het signaal te horen is en de
geluidssterkte van het signaal verandert.
q De toets loslaten als de gewenste geluidssterkte is
bereikt. De gekozen instelling is in het geheugen
opgeslagen.