5. Druk op [H.TURN] om het instrument automatisch
te laten draaien tot de hoek van het uitzetpunt 0° is.
6. Breng het doel in het vizier en druk op [MEAS].
Het meten wordt gestart en de meetresultaten
worden weergegeven.
7. Verwissel de bedieningspictogrammen en druk op
[REM] om de REM-meting te starten.
De afstand (hoogteverschil) en richting waarin het
doel verplaatst moet worden tot het vizierpunt en
het uitzetpunt zijn gevonden en worden
weergegeven op het instrument.
Druk op [STOP] om te stoppen met meten.
Zoek het uitzetpunt op door de telescoop te
draaien tot SO.Height Diff 0 m is.
• Verplaatsingsindicator (rood geeft aan dat de
doelpositie correct is)
: Richt de telescoop op de zenit
: Richt de telescoop op de nadir
: Telescooprichting is correct
Zie de volgende paragraaf voor informatie
over andere indicators: 15.2 Metingen
uitzetten afstand stap 6
Pijlen geven de verplaatsingsrichting aan
94
15. UITZETMETINGEN