5.5 Alarmlijst
5.5.1 Opslaan van alarmen
Alle alarmtypes, die in de tabellen „Fysiologische alarmen" en „Technische alarmen" zijn
vermeld, worden bij het bereiken van de alarmdrempel in een alarmlijst met datum, tijd en
duur geregistreerd. Er kunnen tot maximaal 200 alarmen opgeslagen worden. Daarna
wordt steeds het oudste alarm overschreven.
Om de alarmlijst op te roepen, kiest u in het patiëntenmenu het menupunt Alarmlijst met
behulp van de draaiknop en bevestigt u de selectie door op de draaiknop te drukken.
De alarmlijst blijft ook bij uitval van de gehele stroomvoorziening (uitval van net en interne
accu) behouden.
De gegevens kunnen in dit geval tot twee jaar lang worden opgeroepen. Na afloop van de
twee jaar of na uitvoering van een onderhoud wordt de alarmlijst gewist.
Bij netuitval blijven de alarmen in elk geval opgeslagen.
58
NL
Bediening
3. Kies met behulp van de draaiknop het menupunt
Inschakelautom. uit en bevestig de selectie door op
de draaiknop te drukken. Selecteer nu met de
draaiknop aan c.q. uit. Bevestig de selectie door op de
draaiknop te drukken. De selectiebalk springt terug op
Inschakelautom.. In de menuregel Inschakelautom.
wordt weer de actuele instelling weergegeven (aan/
uit).
4. Verlaat het menu weer door de menutoets te
bedienen die nu met de terug-functie bezet is. De
inschakelautomaat is nu geactiveerd of gedeactiveerd.