Bediening
Bedieningselementen
27
26
Nr. Aanduiding
Betekenis
21 Segmentweergave • Indicatie van het aantal uren bij
geactiveerde timer
(0,5 h tot en met 12 h)
• Indicatie van de ventilatorsnelheid
(1–26) in de bedrijfsmodus Normaal
bedrijf
22 LED's
Tonen de gekozen bedrijfsmodus:
bedrijfsmodus
Normal = Normaal bedrijf
Natural = Natuurlijke wind
Sleep = Nachtmodus
Comfort = Comfort-bedrijf
Silent = Fluisterstil bedrijf
23 Toets Mode
Bedrijfsmodus kiezen:
Normaal bedrijf
Natuurlijke wind
Nachtmodus
Comfort-bedrijf
Fluisterstil bedrijf
24 Toets Oscillatie
Oscillatiefunctie activeren en
deactiveren
25 Toets ON/OFF
Apparaat in- en uitschakelen
26 Wiel
• Ventilatorsnelheid (1–26) instellen
ventilatorsnelheid/
Niveau 1: lage ventilatorsnelheid
timer
Niveau 13: middelmatige
ventilatorsnelheid
Niveau 26: hoge ventilatorsnelheid
• Aantal uren bij geactiveerde timer
instellen
27 LED Timer
Timer = automatisch in- en
uitschakelen
NL
21
22
23
Mode
24
25
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld
kan het worden ingeschakeld.
1. Druk op de toets ON/OFF (25).
ð Er klinkt een toonsignaal en het apparaat start in de
bedrijfsmodus Normaal bedrijf met ventilatorsnelheid 1.
Bedrijfsmodi instellen
Het apparaat heeft de volgende bedrijfsmodi:
• Normaal bedrijf
• Natuurlijke wind
• Nachtmodus
• Comfort-bedrijf
• Fluisterstil bedrijf
Normaal bedrijf
In de bedrijfsmodus Normaal bedrijf draait de ventilator constant
met de gewenste ventilatorsnelheid. De ventilatorsnelheid kan
in deze modus worden ingesteld tussen snelheid 1 en 26 en
wordt weergegeven op de segmentweergave (21).
Ga als volgt te werk voor het instellen van de ventilatorsnelheid
in de bedrijfsmodus Normaal bedrijf:
1. Druk op de toets Mode (23), tot de LED Normal bij de
bedrijfsmodus-LED's (22) brandt.
ð Het apparaat draait in de bedrijfsmodus Normaal bedrijf.
2. Draai het wiel voor de ventilatorsnelheid/timer (26)
rechtsom voor het verhogen van de ventilatorsnelheid. De
gekozen ventilatorsnelheid wordt weergegeven op het
apparaatdisplay.
ð Het apparaat draait constant met de ingestelde
ventilatorsnelheid.
3. Draai het wiel voor de ventilatorsnelheid/timer (26) linksom
voor het verlagen van de ventilatorsnelheid. De gekozen
ventilatorsnelheid wordt in de segmentweergave (21)
weergegeven.
ð Het apparaat draait constant met de ingestelde
ventilatorsnelheid.
Natuurlijke wind
In de bedrijfsmodus Natuurlijke wind ontstaat een toe- en
afnemende ventilatorsnelheid, voor een aangename, natuurlijke
luchtstroom.
1. Druk op de toets Mode (23), tot de LED Natural bij de
bedrijfsmodus-LED's (22) brandt.
ð Het apparaat schakelt automatisch tussen de
voorgeprogrammeerde ventilatorsnelheden.
statiefventilator TVE 26 S
9