Basiskennis
Basiskennis
Opnamen maken
opnamen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd
en de lensopening in volgens de helderheid
van het object.
1 1 Zet het toestel aan.
2 Normale beeldfunctie kiezen
[
].
2 De AF- zone 1 op het punt waarop
u scherp wilt stellen richten en
vervolgens de ontspanknop tot de
helft indrukken.
• A: De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
• De focusaanduiding 2 gaat branden en
vervolgens worden de lensopening 3
en de sluitertijd 4 afgebeeld.
• Als 5-zones-focussing of
3-zones-focussing (Hoge snelheid)
wordt gebruikt in de AF-functie,
verschijnt de AF-zone niet totdat het
object scherp is gesteld. (P62)
22
VQT0V18
OFF ON
F2.8
1/25
• De afgebeelde AF-zone is groter dan
normaal wanneer de digitale zoom
gebruikt wordt of wanneer er opnamen
gemaakt worden op donkere plekken.
(P62)
Wanneer er
niet
scherpgesteld
is op het
object
Aanduiding
Knippert
voor de
(groen)
scherpstelling
AF-zone
Gaat van wit
naar rood of
geen
AF-zone
Geluid
Biept 4 keer
3 Een opname maken.
• B: Druk de ontspanknop helemaal in
om een opname te maken.
• We raden aan te controleren of de klok
juist ingesteld is voordat u opnamen
maakt. (P17)
• Wanneer u de ontspanknop indrukt, kan het
scherm gedurende een moment helder of
donker worden. Met deze functie kunt u
scherpstellen zonder het beeld te vervormen.
• Wanneer er een tijd ingesteld is voor
energiebesparing (P19), gaat het toestel
automatisch uit als u dit niet gebruikt binnen
de ingestelde tijd. Om het toestel weer te
gebruiken, de ontspanknop tot de helft
indrukken of het toestel aan- en uitzetten.
Wanneer er
scherpgesteld
is op het
object
Aan (groen)
Gaat van wit
naar groen
Biept 2 keer
F2.8
1/25