Boven in het scherm wordt de naam weergegeven van
de geselecteerde instelling. Daaronder worden de
pictogrammen voor de huidige flitser en opnamemodus en
de instellingen timer/burst weergegeven. Daarnaast wordt
het pictogram voor de geselecteerde knop gemarkeerd
weergegeven. In het onderste gedeelte van het scherm wordt
aangegeven of in de camera een geheugenkaart is
geplaatst (met het pictogram
voor een bijna lege batterij (zie Voedingsindicators op
pagina 163), informatie over het aantal resterende foto's
en de huidige instelling van Fotokwaliteit (in het voorbeeld
aangegeven met 5MP).
OPMERKING: Wanneer Liveweergave is ingeschakeld
verschijnt het statusscherm niet, behalve wanneer het
menu Opname ook wordt weergegeven. In plaats
hiervan wordt het pictogram voor de nieuwe flitser,
de opnamemodus of de instelling voor timer/burst
in het scherm Liveweergave weergegeven.
Vorige instellingen herstellen
Wanneer u de standaardinstellingen voor de flitser,
opnamemodus, Timer/Burst en het menu Opname wijzigt,
blijven deze wijzigingen niet behouden wanneer u de
camera uitzet. U kunt echter de instellingen herstellen die u
de laatste keer op de camera hebt gebruikt, door de knop
ingedrukt te houden terwijl u de camera aanzet.
De pictogrammen voor de herstelde instellingen verschijnen
vervolgens in het scherm Liveweergave.
HP Photosmart M417/M517 Gebruikershandleiding
30
), evenals de indicator