582215110-REGPro-NL-indA
Sluit de pomp aan op de aarde voordat u ze opstart.
Vervolgens:
Schroef de regelaars (G en H) los.
Verbind de plaat (B) met het luchtdruknet (schone droge
lucht, maximale luchtdruk = 6 bar / 87 psi).
Installeer een waterval, model 3/8 indien nodig.
Sluit alle slangen aan (luchtslangen en materiaalslang),
evenals het spuitpistool.
Open de spoelklep van de REGPro en leid de spoelslang
naar de bak waar de aanzuigstang zich bevindt.
Open de toevoerlucht van de motorluchtafsluitklep (C)(P
≥ 1 bar / 14,5 psi).
Schroef geleidelijk de luchtregelaar van de pomp (H) en
tegelijkertijd de vloeistofregelaar (G) in tot de pomp
begint te slaan.
Wanneer er regelmatig materiaal uitstroomt, sluit u de
REGPro-ontluchtingsklep. De pomp is ontlucht.
Richt het pistool (zonder spuitkop) in de container en druk
de trekker in.
Plaats een luchtkap op het spuitpistool.
Luchtdruk naar het spuitpistool (I) toevoeren.
Stel
de
vloeistofregelaar (G) af om de juiste materiaaldruk en
stroomsnelheid te verkrijgen.
Open geleidelijk de luchtregelaar (I) om de spuitlucht af
te stellen om het gewenste spuitpatroon te verkrijgen.
luchtregelaar
van
Opstarten
de
pomp
of
de
27