■
Controleren van de flitserfunctie
De huidige flitserfunctie wordt aangegeven in het beeldscherm
en door de bedrijfsindicator wanneer u de sluitertoets
halverwege indrukt.
Bedrijfsindicator
Knippert oranje
:De flitser wordt opgeladen.
Brandt of knippert groen* :Wanneer het opladen van de flitser voltooid is.
Beeldscherm
"
" geeft aan dat de flitser gaat flitsen.
* Knippert groen wanneer het scherpstellen niet mogelijk is met
autofocus of macro scherpstelling.
■
De flitsintensiteit veranderen
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer bij de "Quality" (kwaliteit) indextab
"Flash Intensity" (flitsintensiteit) en druk
vervolgens op [ ].
3.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de instelling voor
de gewenste flitsintensiteit en druk daarna op
[SET] (instellen).
U kunt uit vijf niveau's kiezen van –2 (zwakste) tot en met +2
(sterkste).
BELANGRIJK!
• De flitsintensiteit kan mogelijk niet veranderen wanneer het
onderwerp zich te ver weg of te dichtbij bevindt.
79
OPNEMEN VAN EEN FOTO