Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Attracties Op Uw Route Ontdekken; Routeopties Wijzigen; Navigeren Aan De Hand Van Een Opgeslagen Reis; Uw Actieve Route Wijzigen En Opslaan - Garmin FLEET 770 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Attracties op uw route ontdekken

Het toestel kan interessante of populaire attracties aanraden om
aan uw reis toe te voegen.
1
Selecteer als u een route bewerkt
Stel attracties voor.
2
Selecteer een attractie om meer informatie weer te geven.
3
Selecteer Selecteer om de attractie aan uw reis toe te
voegen.

Routeopties wijzigen

U kunt opgeven hoe het toestel de route moet berekenen
voordat u op reis gaat.
1
Selecteer
> Reisplanner > Opgeslagen reizen.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer
> Reisinstellingen.
4
Selecteer een optie:
• Als u routepunten aan uw reis wilt toevoegen, selecteert u
Bepaal vorm van route en volgt u de instructies op het
scherm
(Uw route aanpassen, pagina
• Als u de berekenmodus voor de reis wilt wijzigen,
selecteert u Routevoorkeur
wijzigen, pagina
6).

Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis

1
Selecteer
> Reisplanner > Opgeslagen reizen.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer Ga!.
4
Selecteer de eerste locatie waar u naartoe wilt navigeren en
selecteer Start.
Het toestel berekent de route vanaf uw huidige locatie naar
de geselecteerde locatie en leidt u daarna in de opgegeven
volgorde naar uw volgende tussenstops op de route.

Uw actieve route wijzigen en opslaan

Als een route actief is, kunt u de route met de reisplanner
wijzigen en als reis opslaan.
1
Selecteer
> Reisplanner > Mijn actieve route.
2
Wijzig de route met een van de beschikbare
reisplannerfuncties.
Na elke wijziging wordt de route opnieuw berekend.
3
Selecteer Sla op om uw route op te slaan als een reis die u
later weer als navigatieroute kunt gebruiken (optioneel).

Recente routes en bestemmingen weergeven

Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer
> Waar ik was.

De weersverwachting weergeven

Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel
weersinformatie ontvangen. Als uw toestel is aangesloten op
een voedingskabel die geschikt is voor het ontvangen van
digitale verkeersinformatie, kan uw toestel weersinformatie
ontvangen via een radiosignaal. In sommige regio's kan
verkeersinformatie worden ontvangen van FM-radiostations met
HD Radio technologie
(Verkeersinformatie, pagina
OPMERKING: Weersverwachtingen zijn niet in alle gebieden
beschikbaar.
1
Selecteer
> Weer.
Op het toestel worden de huidige weersomstandigheden en
een weersverwachting voor de komende dagen
weergegeven.

Garmin fleet instellingen

> Reisinstellingen >
5).
(De routeberekeningsmodus
(Toestelinstellingen, pagina
12).
2
Selecteer een dag.
De gedetailleerde weersverwachting voor die dag wordt
weergegeven.

Het weer voor een andere plaats weergeven

1
Selecteer
> Weer > Huidige locatie.
2
Selecteer een optie:
• Als u het weer voor een favoriete plaats wilt bekijken,
selecteert u de plaats in de lijst.
• Als u een favoriete plaats wilt toevoegen, selecteert u
Voeg stad toe en typt u de naam van de plaats.
Garmin fleet instellingen

Navigatie-instellingen

Selecteer
> Navigatie.
Voertuigprofiel: Hiermee stelt u een voertuigprofiel in voor elke
vrachtwagen waarin u uw toestel gebruikt.
Kaart en voertuig: Hiermee stelt u het kaartdetailniveau en het
voertuigpictogram in dat wordt weergegeven op uw toestel.
Routevoorkeuren: Hiermee stelt u de routevoorkeuren voor
navigatie in.
Hulp voor de bestuurder: Hiermee stelt u waarschuwingen
voor de bestuurder in.
Verkeersinfo: Hiermee stelt u de verkeersinformatie in die het
toestel gebruikt. U kunt instellen dat uw toestel
verkeersdrukte mijdt bij het berekenen van routes en een
nieuwe route zoekt naar uw bestemming als er op uw huidige
route vertraging voorkomt
pagina
6).
Eenheden: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in.

Kaart- en voertuiginstellingen

Selecteer
> Navigatie > Kaart en voertuig.
Voertuig: Hiermee kiest u het voertuigpictogram voor het
aangeven van uw positie op de kaart.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als
er meer details worden weergegeven, wordt de kaart
mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
Kaartfuncties: Hiermee selecteert u de snelkoppelingen die in
het menu met kaartfuncties worden weergegeven.
17).
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaartpagina worden weergegeven
aanpassen, pagina
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste
zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de
kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en
uitzoomen.
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten
het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn
geïnstalleerd.
TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar
http://buy.garmin.com.
1
Selecteer
> Navigatie > Kaart en voertuig > Mijn
Kaarten.
2
Selecteer een kaart.
(Files op uw route vermijden,
(De kaartlagen
11).
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave