8.10 Weging met tolerantie
Tijdens weging met tolerantie wordt de actuele gewichtswaarde met de onder- en
bovengrenswaarde vergeleken. De grenswaarden moeten van tevoren worden
gememoriseerd.
Na opleggen van bv. verpakkingen verschijnt informatie of het gewicht zich binnen
het bereikt van toegelaten tolerantie bevindt.
Bediening:
De afleeseenheid met de toets ON/OFF aanzetten.
De toets F drukken
De toets a meermals drukken totdat het symbool 3 HiLo
verschijnt
De toets TARE drukken
Invoer van onder tolerantiegrens (bv. 90,00 g)
Met de toets TARE de gewijzigde positie kiezen en met
de toets a de numerieke waarde vergroten (actieve positie
blinkt elke keer)
De toets PRINT drukken, onder tolerantiegrens wordt
overgenomen.
Invoer van boven tolerantiegrens (bv. 110,00 g) Met de
toets TARE de gewijzigde positie kiezen en met de toets
a de numerieke waarde vergroten (actieve positie blinkt
elke keer)
De toets PRINT drukken, boven tolerantiegrens wordt
overgenomen en er wordt omgeschakeld naar
weegmodus met tolerantie.
Toepassingsvoorbeeld: Gewicht:
weegschaalplateau
weegschaalplateau
weegschaalplateau
Terug naar weegmodus door de toets F 2 keer te
drukken.
34
50 g op het
Gewicht: 100 g op het
Gewicht: 150 g op het
Indicatie:
0.00 g
1 Funi
3 HiLo
Min
0000.00 g
Min 0090.00 g
Max
0100.00
g
Min 50.00 g
Ca.
100.00 g
Max 150.00 g
0.00 g
KLB-TM-BA-nl-0811